Jasperina de Jong
Jasperina de Jong & Frans van Dusschoten - De wonderen songtekst
Je score:
Dat ik kan zingen, ik kan zingen, ik kan zingen! Ik dacht: ‘Mijn God, wat is hij saai!’ Nu vindt hij toch opeens zijn draai en hij kan zingen! Er schuilen ergens in de mens toch vreemde dingen. Er is iets magisch aan de hand: hij kreeg een zangstem ingeplant. Hij blijkt ineens te kunnen zingen! Ja, ik kan zingen. Stille krachten werden wakker: een warme stem, veel warmer nog dan Marco Bakker, een nieuwe lente en een splinternieuw geluid. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik dacht zo vaak: ‘Hij wordt zo oud.’ Ach, we zijn ook al zo lang getrouwd en bij elkander. De liefde stond zo dikwijls op de kleinste brander. Nu is zijn stem opeens ontwaakt, de kosmos heeft hem aangeraakt. Je lijkt gewoonweg wel een ander! Ja, juist daarom moet onze leeftijd niet teloorgaan. We moeten verder leven, lief, we moeten doorgaan. Wanneer ik weer zou leven, werd je weer mijn bruid. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik heb er dikwijls mee gespot, maar nu begrijp ik wat tarot of alchemie is, waarvoor die bezem van mijn tante Leonie is en die twee tanden van oom Piet. Ik zie dat er op elk gebied voortdurend sprake van magie is. Ja, mensen, de magie schuilt ook in het theater: de oude goochelaar verandert wijn in water, de bruine fakir steekt een sabel door zijn huid. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Dat zalige wonder is de wereld nog niet uit. Ja, het occulte dat verrast: zo had een kennis van me last van zulke bulten. Hij ging kapot aan pillen, poeders en consulten. Toen heeft hij maandenlang gespaard voor een extract van vrouwenbaard: hij is hersteld door het occulte. We zijn op aard, we reizen naar het nieuwe denken. We zien daarginds de grote bovenmeester wenken, als hij wil, is het alles rattekruid. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Het haalt ook zoveel overhoop: de alruin en de horoscoop, het pantheïsme. Dat is de wichelroedeleer. Nee, ik vergis me. Nee, ik vergis me niet. Of toch? Nou ja, dan is er het mooiste nog: de stemmen van het spiritisme! Ja, ik ben belazerd, zeg, ik ben niet afgeschreven. Al klinkt het raar, ik zeg toch ja tegen het leven. Ik zing hier vaak, ik heb twee vleugels en een luit. De wonderen zijn de hemel nog niet uit. Naar de reïncarnatieleer treedt onze ziel voortdurend weer opnieuw naar voren. Ik heb Cleopatra haar oksels uitgeschoren. Ik was met Jeanne d’Arc bevriend, heb Mata Hari trouw gediend. In wie word ik hierna geboren? Wat het occulte voor je doen kan, snap ik nou pas: laatst vroeg ik aan een helderziende waar mijn vrouw was. Hij zag een band en een piano en Jan Huydts. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ja, ja, de wonderen, ze komen aldoor nader. Ze rukken op tot langs het tuinpad van mijn vader. Want het occulte wordt door niets en niets gestuit. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Op verre sterren wonen buitenaardse machten. We moeten gaan, schat. Onze UFO staat te wachten. Ja, nu herken ik dat doordringende geluid. Fluit, fluit, fluit, fluit, fluit. Er is nog hoop, schat, dus nog eenmaal tot besluit: de wonderen zijn de wereld nog niet uit.