Jasperina de Jong
Jasperina de Jong - Arbeidsplaatsen songtekst
Je score:
De snelle evolutie van de chip en die vind ik meer dan onrustbarend. Het is nieuw en het ontstijgt aan je begrip, maar het is arbeidstijdbesparend. En je ziet het, Philips nam al het besluit: waar een chip komt, vliegt het personeel eruit! En dat zou jammer zijn. Wat kan Frits Philips toch een drammer zijn. Na slechte lampen komt hij nu met scheve schaatsen. Ik zou zeggen: ‘Philips, laat ze, denk toch aan de arbeidsplaatsen, denk toch aan de arbeidsplaatsen, want er breken rare tijden aan wanneer de automatisering door mocht gaan. Ik zie te zijner tijd de firma Smiths onthullen, dat daar de chips de zakken pinda’s staan te vullen.’ Die Erosboten, ben ik daar nou voor? Nee, eigenlijk ben ik ertegen. En niet alleen dat ik me aan de opzet stoor, ook dít nog: ik besef terdege, als het doorgaat, Van der Louw die krijgt zijn zin, dan komt er daar geen souteneur meer in! En dat zou jammer zijn. Je zou als pooier Rotterdammer zijn. Dan word je eens te meer behandeld als melaatse. Ik zou zeggen: ‘André, laat ze, denk toch aan de arbeidsplaatsen, denk toch aan de arbeidsplaatsen. Kom nou, help die jongens onder dak. Straks staan ze allemaal te trekken op het GAK. Dus André, als je toch die trossen los gaat gooien, ach, zorg dan dat die pooiers kunnen blijven pooien.’ Goed, Amsterdam krijgt nu zijn opera en eentje waar je ook kunt trouwen, maar nu willen ’s-Gravenhage en Breda ook een Muziektheater bouwen, net als Delft, Edam, Maastricht en Bussum-Zuid. De minister zegt: ‘Ze zingen het maar uit!’ En dat is jammer, hoor. Er komt geen Lucia di Lammermoor in de provinciesteden. CRM versmaadt ze. ‘Ach minister, laat ze, denk toch aan de arbeidsplaatsen, denk toch aan de arbeidsplaatsen. Help ze aan een Opera in Sluis, dat kan mooi samen met een nieuw bejaardenhuis. En steun Den Helder, waar het hele plan al klaar is, waarbij de opera meteen ook abattoir is. Nu hoor ik weer: de oliekraan gaat dicht. En iedereen heeft visioenen van een donker, somber, sober tijdsgewricht met werkeloosheid voor miljoenen. Voor zo’n crisis ben ik helemaal niet bang. Ik zou zeggen: ‘Arabieren, ga uw gang.’ Het zou fantastisch zijn. Wat zou die arbeidsmarkt elastisch zijn. Nee, als die oliesjeiks gaan stoken, zeg ik: ‘Laat ze en bestrijdt ze noch bepraat ze. Het geeft zoveel arbeidsplaatsen, zoveel nieuwe arbeidsplaatsen. Grote advertenties in de krant: er zijn nog tredmolens bij AKZO onbemand, er zit weer toekomst in het vak van riksjaloper en uiteraard in het beroep van autosloper. De veerdienst op het Amsterdamse IJ vraagt honderd roeiers voor het werk op de galei, de firma Bredero vraagt wolkenkrabberbouwers, ‘Mooie vooruitzichten voor flinke stenensjouwers!’ Er zullen pessimisten zijn, misschien, die van zo’n ommekeer de voordelen niet zien. Dan zeg ik: ‘Nonsens, één belangrijk ding ontgaat ze: het wordt ellendig, maar… er komen arbeidsplaatsen!’