Er woont in de Kempen een lief boerenkind
Zoals men er elders maar heel zelden vindt
Al is 't maar een meisje van achter de koe
Toch roept elke jongen haar "roekedekoe".

Yvonneke mijn zonneke, je bloost als een kriek
Yvonneke mijn zonneke, je spreekt als muziek
Wie maakt er jouw krulletjes
Nog blonder dan hooi ?
Yvonneke mijn zonneke, wat ben jij toch mooi.

Wanneer er met kermis een danstent komt staan
Dan laten haar ouders Yvonneke gaan
Dan wagen de jongens die enige kans
Met tien tegelijk vragen zij haar ten dans.


Ofschoon ze in 't eerst niet zo trouwlustig was
Toch kwam er voor haar ook een Jantje van pas
Hij danste zo goed en hij sprak toch zo mooi
En Yvonneke vloog in de huwelijkskooi.

(c) Tekst & Muziek : Louis Baret / Alain Provist