Jan Rot
Jan Rot - Oom Harrie (Erlkönig) songtekst
Wie gaan daar zo laat, door weer en wind? Een vader met zijn geliefde kind Hij houdt zijn jongen voor op de stang Wat heeft dat jochie, hij lijkt zo bang “Zeg zoon, je kijkt of de wereld vergaat?” “Omdat je mij bij oom Harrie laat Want ome Harrie die doet soms raar…” “Niet waar, joh, dat verzin je maar!” “Dag prinsenkind, wees welkom hier! Wij krijgen samen enorm plezier Ik weet wat jongens als jij graag doen Wie het hoogste kan wordt plaskampioen “Maar vader, maar vader, begrijp je dan niet Dat ome Har zo mijn vogeltje ziet?” “Ach jongen, wat is dat voor bezwaar We zijn toch kerels onder elkaar!” “Hij slaapt vannacht in het grote bed Ik heb zelf er een veldbed bij gezet Daar ga ik dan in, is ie niet zo alleen En ik vind het leuk hoor, zo’n jong om me heen.” “Maar vader, maar vader, toe ga nou niet weg, Begrijp je niet wat oom Harrie zegt?” “Dag zoon, dag zoon, en kijk niet zo sloom Dat lijkt zo onaardig tegen je oom.” “Wat heb je toch, al goed, deze keer dubbel geld, Maar blijf je onwillig, gebruik ik geweld.” “O vader, oh vader, wat doe je me aan Oom Harrie heeft me zo’n pijn gedaan!” De vader slaapt niet, hij woelt en hij draait Want stel dat Harrie… hij voelt zich genaaid Ach nee, zijn angst is onterecht Dan had zijn zoon toch wel iets gezegd?
Copyrights:
Auteur: Johann Wolfgang von Goethe/Jan Rot
Componist: Franz Schubert
Publisher: ?
Details:
Uitgegeven in: 2007
Taal: Nederlands
Komt voor op: Alle 13 Schubert en 7 nieuwere klassiekers (2003)
1 Reacties gevonden
Goethes gedicht is geschreven rond 1782. De bewerking van Schubert is uit 1815.
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er fasst ihn sicher, er hält ihn warm.
Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht? —
Siehst Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron' und Schweif? —
Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif. —
"Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel' ich mit dir;
Manch bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand." —
Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht? —
Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind. —
"Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn
Und wiegen und tanzen und singen dich ein." —
Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort? —
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. —
"Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch' ich Gewalt." —
Mein Vater, mein Vater, jetzt fasst er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan! —
Dem Vater grauset's, er reitet geschwind,
Er hält in den Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Mühe und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.