Jan de Cler
Jan de Cler - De familie Van Tutte (Vakantiehoofdstuk) songtekst
Je score:
Geen tijd om te dutte Tijd voor de familie Van Tutte Met een vakantiehoofdstuk In een straatje in een stadje met een tuintje en een platje Woont het huisgezin van Henderik van Tutte Ze zijn zo beschaafd en netjes en een heel klein tikkie vetjes En aan 't hekkie zit een bordje: H.van Tutte Achter pasgeverfde horren, zie je Henderik z'n snorren Als ie met z'n krantje in z'n praatstoel zit En je ziet ze weer verdwijnen bij het sluiten der gordijnen Als de theepot staat te trekken op de pit En voordat Henderik z'n krant heeft weggelegd Wordt er door niemand in de kamer wat gezegd Ze zitten heel de lieve avond te pietlutten De familie Van Tutte In comestibles en grutten En heeft om tien uur ieder zich te bed gelegd Dan is er veel gepraat, maar bijna niks gezegd Mama Van Tutte die de thee staat in te schenken Staat hardop over haar vakantie na te denken We zijn heerlijk wezen struinen in de bossen en de duinen En we liepen tot ons kuiten in de plassen We zijn heerlijk wezen zonnen en we aten in pensionnen En ik hoefde nergens vaten af te wassen 't Was d'r zindelijk en netjes, altijd opgemaakte bedjes Van de vloeren kon je eten, ook al deden we dat niet We aten heel gewoon van borden, ik ben dikkerder geworden Ik voel me uitgerust en weer een hele Piet En kleine Keesie, die zo bruin is als een nikker Zit op z'n hurken als een kromgebogen kikker Ik ben heerlijk wezen sluipen en door bossen wezen kruipen 'k Heb naar zeven wilde elanden gekeken Nou ja, zeven, da's maar larie, dat zeg ik om Piet en Arie Om ze allebei d'r ogen uit te steken 't Is toch zo ver weg naar buiten, je kan hazen horen fluiten Je ziet indianen lopen, zoveel als je je verbeeldt En laat me moe maar lamenteren over gaten in m'n kleren In die rimboe heb ik reuze tof gespeeld Papa van Tutte denkt aan z'n speculanten En die bekijkt de zaak weer van heel andere kanten 'k Heb twee weken lopen rossen, door die zanderige bossen Van m'n kruin tot aan m'n tenen kon ik grienen 'k Heb de zondvloed lopen zweten en voor ieder happie eten Lei m'n port'monee 't loodje voor twee tienen 't Is gewoon niet uit te houwen, alle jaren sinds ons trouwen Stier ik veertien dagen door de rimboe van ons vaderland 'k Ben een kilo afgevallen, van 't dokken voor ons allen Volgend jaar blijf ik in de winkel bij m'n klanten En nu we Henderik van Tutte hoorden klagen Zal ik nog even naar 't relaas van opa vragen Nou nou, die opa zit prinsheerlijk al te dutten Ik geef het woord dan maar aan Tante Koosie van Tutte Nou moe, lust je nog peulen, 'k ben twee dagen wezen zeulen Om van opa en de and'ren maar te zwijgen Hendrik wou vakantie houwen, en maar sloppen en maar sjouwen Van mij kan 'ie een loonstop op z'n ogen krijgen Door de bossen als een tijger, 'k ben van armoe haast gepeigerd En m'n voeten lijken sprekend op een krater van de maan Dan moet je effe op gaan houwen, als die Hendrik wil gaan sjouwen Moet 'ie heus maar op z'n eigen (??) kromme tenen krijgen En met afgetrapte schoenen over bos en heide boenen Maar voor nog geen honderd knaken kan 'ie mij weer haring kaken Tante Koossie zegt: "Je ziet me niet meer gaan" Ze zitten heel de lieve avond te pietlutten De familie Van Tutte In comestibles en grutten En heeft om tien uur ieder zich te bed gelegd Dan is er veel gepraat, maar bijna niks gezegd