‘k Liep door de straat, het was al laat
Ik zag een kroeg, het was nog vroeg 
De tijd die vloog daar aan de toog
Ik had een klik daar met een chick

Ik nam haar op de porte-bagages
Ze trok me binnen in haar garage 
Van de garage naar het bed
Ik zei: Mijn God, oh wat een pret!

Wat was dat daar, dat handgebaar? 
Een kruisteken sloeg ze zowaar!
Ontbloot ... zag ik haar tanden
Aan haar borst ... smachtten haar handen

En...

Ze zei aan mij:
Ik voel geborgenheid bij God 
Hij maakt me blij het is zo zot 
Ik voel geborgenheid bij God
'k Zei bij het kussen van haar dij:
Doe God de groeten van mij 
Doe God de groeten van mij
Zal ik doen! Kirde ze blij

Het ging er daar intens aan toe 
We spraken over kalf en koe
Over het leven en de dood
En waar ze ‘t meeste van genoot

Over zin en onzin en euforie
Het cynisme en therapie
Over haar parfum en ook mijn geur 
Onze smaken en likeur

Over mystiek, keurgymnastiek 
Over God en zijn hele kliek
Ik zei : God krijgt te veel krediet 
Almachtig en goed is hij niet

’t Is ofwel een sadist ofwel mist hij de macht: 
Er wordt vermoord, er wordt verkracht
De koningin van de spagaat 
Keek door haar glas naar mijn gelaat

En...

Ze zei aan mij:
Ik voel geborgenheid bij God 
Hij maakt me blij het is zo zot 
Ik voel geborgenheid bij God
'k Zei bij het kussen van haar dij:
Doe God de groeten van mij 
Doe God de groeten van mij
Zal ik doen! Kirde ze blij