Jacques Herb
Jacques Herb - Het hondje van Dirkie songtekst
Je score:
KLEINE DIRKIE HAD EEN HONDJE, DOOR EEN AUTO OVERREDEN MET GEBROKEN POOT IN ’T STRAATGEWOEL GEVONDEN MET TWEE HOUTJES EN EEN STUKKIE VAN EEN OUWE GONJEZAK HAD IE ’T POOTJE EERST GESPALKT EN TOEN VERBONDEN DAARNA HAD IE ’T DIERTJE HEEL ZACHT OPGEPAKT EN THUIS GEBRACHT EN VERVULD VAN STILLE ANGST EN DIEPE ZORGEN ZEI DIE: MORMEL, HAD OOK UITGEKEKEN VOOR JE OVERSTAK MAAR ’T VOORZICHTIG IN EEN ZOLDERHOEK VERBORGEN ALS IE BOTERHAMMEN KREEG, VERBORG IE IED’RE KEER EEN STUKKIE VOOR ZIJN ZIEKE KAMERAAD ONDER ZIJN KIELTJE EN DAN SLOOP IE OP ZIJN TENEN MET EEN KOPJE ZONDER OOR NAAR DE ZOLDER EN ZEI: VREET NOU MAAR SCHLEMIELTJE HEKKIE KEEK ‘M NOU EN DAN MET ZIJN KOPPIE SCHEEF ’S AAN DIE PHILANTROPIE KON ’T MORMEL NIET VERWERKEN TOEN IE OP EEN KEER WOU BLAFFEN, SISTE DIRKIE: HOU JE BEK JE LEGT ZO UIT JE PENSION, ALS ZE HET MERKEN IN EEN GAMMEL STIJFSELKISTJE STOPTE HIJ ’T SKELETTIG DIERTJE WANT ZIJN MOEDER MOCHT HET HEELEGAAR NIET WETEN ALS ZE HEKKIE HAD GEZIEN, HIJ KENDE MOEDER OP EEN PRIK HAD ZE ’T BEEST METEEN HET STEEGJE INGESMETEN AL ZO VAAK HAD IE VERZOCHT OF IE ’N HONDJE HEBBEN MOCHT WANT DIE BEESTEN ZIJN NET MENSEN SOMS, ZO PIENTE DIRKIE HIELD NIET VAN DE SCHOFFIES UIT DE BUURT, DIE VONDEN ‘M MAAR RAAR EN ZE SCHOLDEN SLOME HEIN EN DOOIE DIENDER OP EEN KEER KWAM HEKKIE ONVERWACHT, ZIJN POOT NOG IN HET VERBAND DE KAMER IN, EEN HONDJE LAAT ZICH NIET VERBIEDEN MOEDER ZEI: NOU IS DE BOOT AAN, KIJK ME ZO’N SCHARMINKEL AAN HET LIJKT WAARACHTIG WEL DE JOODSE INVALIDE VAN WIE HOORT DAT STUK GESPUIS, STRAKS HEB IK ARTIS IN M’N HUIS DIRKIE STAMELDE, HIJ KON HET NAUWELIJKS ZEGGEN TOEN IE ONDER ’N AUTO LEE, DOCHT IK, ‘K NEEM HEM EFFE MEE ANDERS HADDEN Z’M ZO MAAR LATE LEGGEN ALS IE BINNEN ’T UUR MIJN HUIS NIET UIT IS, GAAT IE IN DE PLOMP VERKLAARDE MA, DAT IS WAT VOOR MIJ, DIE NARE KRENGEN TOEN ZEI PA GEDECIDEERD: WANNEER ZIJN POOT GENEZEN IS ZAL IK ‘M PERSOONLIJK NAAR ’T ASIEL TOE BRENGEN DIRK ZEI LIEFDEVOL: NOU TEEF, D’EERSTE MAAND BEN JIJ WEER SAFE INTUÏTIEF WAS HIJ VAN DE PATIËNT GAAN HOUDEN MOEDER STAMELDE: ZEG OBER, GEEF U HECTOR ’N STUKKIE KREEFT MAN, JE MOT EEN VILLA VOOR ‘M LATEN BOUWEN KLIENE MIENTJE, ’T JONGSTE ZUSJE, NOEMDE HEKKIE SMALEND VIEZERIK DAN HULDE DIRK ZICH HOOGHARTIG ZWIJGEN MAAR WERD HET HEM WEL TE MACHTIG EN DAN KREET IE: TREITERKOP WAT IS VIES, KIJK JIJ MAAR LIEVER NAAR JE EIGEN EN BEET HEK IN MIESJES POP, ’T MEISJE GAF HET BEEST EEN SCHOP DIRK VLOOG OP EN LOEIDE: VALSE SALAMANDER RAAK DIE BEEST NOU NOG ’S AAN, ZAL IK JE EFFE KREUPEL SLAAN ALS IE SLAAG KRIJGT, IS ’T VAN MIJ EN VAN GEEN ANDER HEKKIE LEEFDE ONGESTOORD TE MIDDEN VAN CONFLICTEN VOORT SCHOON ONBEWUST DAT ZE DE OORZAAK WAS VAN RAMPEN D’EEN VERVOLGDE HAAR MET HAAT, DE ANDER WERD HAAR KAMERAAD ’T HUISGEZIN HAD ZICH GESCHEIDEN IN TWEE KAMPEN ’T POOTJE WAS WEER GECUREERD, DIRKIE HAD DE HOND GELEERD MOOI TE ZITTEN EN NOU WAS IE REUZE BRANIE VADER ZEI SOMS: KLEIN SERPENT, ZO’N BEEST IS TOCH INTELLIGENT JA, ZEI MOEDER, GA D’R MEE NAAR SARASSANI NA ZES MAANDEN STILLE OORLOG HAD HET NOODLOT ZICH VOLTROKKEN HEKKIE HAD IETS RAARS GEDAAN IN MOEDERS KAMER BERTUS, ’T OUDSTE BROERTJE, ZAG HET EN RIEP: KIJK EENS WAT EEN ZWIJN OP DE TRIJPEN STOELEN, MOE, HIJ GREEP EEN HAMER WIERP DIE HEKKIE NAAR ZIJN KOP, ’T BEESTJE VLOOG SCHUIMBEKKEND OP VIEL TOEN NEER, OP DAT MOMENT KWAM DIRKIE BINNEN BLEEF ALS VASTGENAGELD STAAN, KEEK LIJKWIT ZIJN BROERTJE AAN NIEMAND WIST TOEN WAT MET DIRKIE TE BEGINNEN ZACHT, AL WAS ’T EEN KOSTBAAR KLEINOOD, HEEFT TOEN DIRK ’T VERSTARDE BEEST NAAR ZIJN HOEKJE OP DE ZOLDER MEEGENOMEN ’S AVONDS IN HET DONKER GROEF IE IN HET VONDELPARK EEN KUIL IN EEN EENZAAM LAANTJE ONDER IEPEBOMEN MET EEN SNUITJE BLEEK ALS WAS, LEI DIE HEKKIE ONDER ’T GRAS EN ZEI TRILLEND, BEIDE OOGJES TOEGEKNEPEN HEKKIE, HET WAS NIET MIJN SCHULD, MENSEN HEBBEN GEEN GEDULD ARME DIER, ZE HEBBEN JOU THUIS NIET BEGREPEN.