Heb jij ooit in je leven
de nieuwjaarshaan gezien ?
Waar is hij toch gebleven ?
In Engeland misschien ?
Want heus, hij moet toch wel bestaan, 
de nieuwjaarshaan, de nieuwjaarshaan.

Hij heeft een zak cadeautjes.
Hij heeft een witte slee
vol suikergoed en nootjes.
Wat doet hij daar dan mee ?
Hij heeft er nooit iets mee gedaan, 
de nieuwjaarshaan, de nieuwjaarshaan.

Hij moet cadeautjes brengen, 
dat is het beest z'n taak !
'k Wil mij er niet in mengen - 
maar 't is niet in de haak:
hij heeft nog nooit zijn plicht gedaan, 
de nieuwjaarshaan, de nieuwjaarshaan.

Ik heb nooit iets gekregen, 
nooit iets, op nieuwjaarsdag. 
Aan wie heeft dat gelegen ?
Weet jij aan wie het lag ?
Hij is te LUI, daar het ligt het aan, 
de nieuwjaarshaan, de nieuwjaarshaan.

En als 't één januari is 
dan zegt hij: Mij te fris !
Hij blijft in bed tot kwart voor elf
en al dat lekkers eet hij zelf.
Hij is te lui om op te staan, 
de nieuwjaarshaan, de nieuwjaarshaan