Wij zitten in de regen
Wij zitten in de mist
De wind giert door de takken en
We weten beslist
Dat we ziek zijn door gebrek aan zonneschijn
We niezen, we hoesten en onze borst doet pijn
Uche uche uch
En dan komt de post die doet iets in de bus
Een lieve ansichtkaart van onze kennisjes

We hebben het reusachtig de hele dag zon
We zitten nog tot 's avonds laat op het balkon
Het eten is zo zo, maar de bergen zijn machtig
We worden lekker bruin en het uitzicht is zo prachtig
Dit huisje mat dat kruisje is ons hotel
De groeten, de groeten, we schrijven nog wel
De groeten van S. en L.

Wij rochelen en hoesten
Wij zitten op de tocht
En buiten ruist een hagelstorm
We voelen ons bekocht
En we klappertanden in de leuningstoel
We gaan naar ons werk toe met een griepgevoel
Uche uche uch
En dan komt de post die doet iets in de bus
Een lieve ansichtkaart van onze kennisjes

We hebben het reusachtig de hele dag zon
We zitten nog tot 's avonds laat op het balkon
Het eten is zo zo, maar de bergen zijn machtig
We worden lekker bruin en het uitzicht is zo prachtig
Dit huisje mat dat kruisje is ons hotel
De groeten, de groeten, we schrijven nog wel
De groeten van S. en L.