Herman Van Veen
Herman Van Veen - Uit de tijd gekomen songtekst
Je score:
Je moest leven met de tijd die zich steeds verder sloeg, van de warmte en de liefde de oude straat, de bruine kroeg. Je bleef altijd die jongen met zijn arm tegen de muur van die warme Twentse kerk na het hete middaguur. Verwonderd vroeg je daar: 'Is Jezus een gedicht?' De kapelaan vond je brutaal en sloeg je in 't gezicht. Lieve dode dichter, in je kistje onder glas, nu je uit je pijn bent, zie ik je pijnen pas. Lieve dode dichter, in je kistje onder glas, nu je uit Je pijn bent, zie ik je pijnen pas. Want de tijd is een wereld waarin schrijvers het bestaan meisjes te beschrijven met de sterren en de maan. Je riep vaak woedend naar zo'n pummel die niets om meisjes geeft dat Je zo'n schoonheid beschrijft met met de geur die om haar sokken zweeft. Lachend zag men dan die malle Wilmink aan. Het jongetje trof telkens weer die oude kapelaan. Lieve dode dichter in je kistje onder glas, nu je uit je pijn bent, zie ik je pijnen pas Je wou van nu naar hoe het was maar de tijd wou niet weerom. Nu je uit de tijd bent, kun je eindelijk andersom. Je wou van nu naar Sint Brandaan maar de tijd wou niet weerom. Nu je uit de tijd bent, kun je eindelijk andersom. Lieve dode dichter.