Wil je mijn konijntjes zien?
Ik heb er wel een stuk of tien.
Ze zijn zwart-wit en bruin.
Ze mogen soms spelen in de tuin
Maar meestal moeten ze vroeg naar bed.
Ze hebben hun mutsjes opgezet
En snurken de hele nacht door
En zingen dan in koor:
O, wat is het fijn
Om met zijn tienen konijn te zijn
O, wat is het fijn
Om niet zoals de mieren mier te zijn
Wil je mijn konijntjes zien?
Ik heb er wel een stuk of tien.
Ze zijn zwart, wit en bruin.
Ze graven grote gaten in de tuin
En daarom moeten ze vroeg naar bed.
Dan hebben ze hun mutsjes opgezet
En ze snurken de hele nacht door
En zingen dan in koor:
O, wat is het fijn
Om met zijn tienen konijn te zijn
O, wat is het fijn
Om niet zoals de mieren mier te zijn
O, wat is het fijn
Om met zijn tienen konijn te zijn
O, wat is het fijn
Om niet zoals de mieren mier te zijn