Van je geboorte tot je dood
Staat alles aan slijtage bloot
De dweil was eens een fraaie broek
Een robe sterft als vatendoek
Je pronk is niets dan sneeuw die smelt
’t Is vodden, vodden voor  de belt  
 
Waar blijven al die brieven vol
Van kusjes, woordjes, zoet gesol?
Waar blijven liefdeskrabbeltjes
Beloften, grapjes, babbeltjes
Ach trouw en liefde: sneeuw die smelt
 ’t Is vodden, vodden voor  de belt  

Waar blijft de rouw der weduwe
Ontroostbaar in haar zenuwen
De traantjes uit de rouwjurk uit
Naar bed als opgewarmde bruid
Ook piëteit is sneeuw die smelt  
’t Is vodden, vodden voor  de belt  

Waar blijft ’t fier soldatenpak
De lintjes en het hakgeklak
De helden neergemaaid als gras 
Toen iemand zei dat ’t nodig was
Heldenverering: sneeuw die smelt
’t Is vodden, vodden voor  de belt  

Geluk van liefde, roem en eer
’t Vergaat tot lorren op een keer
Van ’t wiegje tot en met het graf
Zakt alles mooi tot afval af
Het hele leven: sneeuw die smelt
’t Is vodden, vodden voor  de belt