Er speelt een orgel op de gracht in de zon
En een accordeon speelt van lente
D’r speelt een kind aan de gracht met een ballon
En een carillon zingt van de lente
Daar lopen wij in ons blauwe pak 
Aktemap in de lente
Documenten, centen, lente
Tralalala dadada 

   Speel altijd daar 
Op het trottoir
Voor je het weet, is het voorbij
En hoeveel lentes kun je nog leuren
Aan die deuren van hem en mij

Er speelt een orgel op het plein in het groen
En daar bij het plantsoen aan het water
Staat een bank, zit een man, pensioen
Een tukkie te doen aan het water 
Daar speelt de wind met het ochtendblad
Stro gehad, in het water
Kruiper, kater, later
Tralalala dadada 

   Speel altijd daar 
Op het trottoir
Voor je het weet, is het voorbij
En hoeveel lentes kun je nog leuren
Aan die deuren van hem en mij

Er speelt een orgel op het asfalt bij een kroeg
Met nog liedjes genoeg voor de mensies
En de zon heeft een dag voor de boeg
Met nog warmte genoeg voor de mensies
Ergens, ja ergens, zit weer die man
Met een plan voor dimensies
Conferenties, pretenties, detenties
Tralalala dadada 

   Speel altijd daar 
Op het trottoir
Voor je het weet, is het voorbij
En hoeveel lentes kun je nog leuren
Aan die deuren van hem en mij