Hoera, ‘t is vakantie
Hoera, hoera, hoera
Hoera,  ’t is vakantie
‘k Had liever cholera

Het begint om half zeven: de kleine baby brult
Vanaf dat vroege tijdstip is mijn vakantiedag gevuld

Ik hol met de jerrycan van ’t tentje naar de kraan
Dan jengelen de kinderen om naar ’t strand te gaan

Ik bak de pannenkoeken voor ’t hele stel
‘k Ga zweten van hun tempo: ik bak nog niet zo snel 

En m’n jongste dochtertje heeft een verbrande kop 
Ik zoek naar de nivea, maar die vrat d’r broertje op

Ik zeul de bolderwagen 
Door het rulle zand
Nog vijf van zulke dagen
Dan leest men in de krant:

Te koop achtpersoonstent met levende inhoud