Hans Dorrestijn
Hans Dorrestijn - De verstrooidheid songtekst
Je score:
Wat ben ik toch, wat ben ik toch verstrooid. Ik heb het mesje met de schillen weggegooid. En ik schreef twee brieven: één aan Karel over Bob. Die aan Bob ging over Karel. ‘k Dee ze in de foute envelop. Hoe brei ik dat weer recht? Dat red ik, vrees ik, nooit. Wat ben ik toch, wat ben ik toch verstrooid. Hoe kon ik dat, hoe kon ik dat nou doen? Mijn veters om mijn polsen, mijn horloge in mijn schoen. Ben ik wel goed snik van boven? ‘k Vond de walkman in de oven Die stond op de hoogste stand. Mijn God, wat ruikt dat aangebrand. Overal is smook en damp. Mijn verstrooidheid is een ramp. ‘k Ging laatst met mijn kinderen naar het Land van Ooit Maar dat was failliet, wat ben ik toch verstrooid. Ik zoek de vrouw die mij bemint tot ik haar in de vrieskist vind. Wat ben ik toch verstrooid. Die is voorlopig niet ontdooid. De kat ligt in de vissekom, de goudvis voor de haard En geen van beide diertjes beweegt nog met zijn staart. Een practicus, ik word het nooit, wat ben ik toch verstrooid. Als ik een professor was, werd het geaccepteerd Maar ík heb na de huishoudschool geen letter meer geleerd.