Zij heeft een glimlach voor de blinden
Zij heeft een snauw voor haar beminde
Zij heeft een konijn voor hazewinden
Ze heeft gefluister voor de stommen
Ze heeft een raadsel voor de dommen
Ze heeft een valscherm voor de zeekapitein
En voor de zanger het refrein:

Pijn, pijn, pijn
Pijn, pijn, pijn

Ze heeft een schelp voor de matrozen
Voor de kat heeft ze frambozen
Ze heeft een kwezel voor de pooier
Ze heeft een schimpscheut voor de schooier
Voor de geheelonthouder heeft ze wijn
En voor de zanger het refrein:

 Pijn, pijn, pijn
Pijn, pijn, pijn

Zij heeft een deken voor de dode
Zij heeft een tijding voor de bode
Haar afscheidswoord voor de piloot
Luidt: “Vlieg toch op en val maar dood”
Ze heeft een kopstoot voor de kastelein
En voor de zanger het refrein:
 

Pijn, pijn, pijn
Pijn, pijn, pijn

Ben ik haar dankbaar? Nou en of
Zij had voor mij een massa stof
Door de liefdesliedjes die ik voor haar schreef
Kwam mijn carrière goed op dreef
Dus ik zing vol vreugde het refrein:

Pijn, pijn, pijn
Ha fijn, pijn, pijn