Duizend jaren lijkt het geleden
Dat ik voor het eerst in de stad kwam
En dat ik voor het eerst heb gereden
Kleine snotneus op de grote tram

Ik hoor nog het geknars en gerinkel
Houten banken en een houten deur
In dat ouwe scharminkel dacht ik
Later word ik tramchauffeur

Een liedje voor alle tijden
Een eeuwigdurend refrein
Met de bus en de tram zal ik rijden
Tot ik dood en begraven zal zijn

Later ging ik in de stad wonen
Op zoek naar liefde en avontuur
Ik was arm, at spek en bonen
Een auto was voor mij te duur

'k Schreef liedjes voor menig ogen
En ik zong ze voor mijn boterham
Op tournée langs de straten en kroegen
Met de bus en de tram

In elke grootstad heb ik gezworven
Parijs, New York, Amsterdam
Overal voelde ik mij geborgen
In de trein, de bus, in de tram

'k Zag heel het krankzinnige leven
Door de ruiten van een ouwe bus
Op de laatste bank van tram zeven
Gaf ik mijn lief een kus

Een liedje voor alle tijden
Een eeuwigdurend refrein
Met de bus en de tram zal ik rijden
Tot ik dood en begraven zal zijn

Een liedje voor alle tijden
Een eeuwigdurend refrein
Met de bus en de tram zal ik rijden
Tot ik dood en begraven zal zijn