Als ik de ambulance hoor rijden,
dan slaat mij het harte zo licht.
Eens zal de ambulance mij bevrijden
van een lot, van mijn dagelijkse plicht.

Dan hoef ik geen ui meer te snijden,
dan welt in mijn ogen geen traan.
Als ik de ambulance hoor rijden,
begint mijn hart van blijdschap te slaan.

Dan hoef ik geen maal te bereiden,
dan braad ik geen kip meer of konijn,
dan ben ik verlost uit mijn lijden
en hoef ik geen kok meer te zijn.

Dan hoef ik geen piepers te schillen,
dan kook ik geen bloemkool of prei.
Als ik de ambulance hoor gillen,
dan slaat mij het hart zo blij.

Als ik de ambulance hoor gillen,
dan slaat mij het hart zo blij.