Gerard Cox
Gerard Cox & Cursief & Netty Rosenfeld - Polleke songtekst
Je score:
Eddy Merckx heeft tot nu toe alle klassieke wielerwedstrijden van het voorjaar gewonnen, maar Polleke van den Broecke dan, zult u zeggen: De keizer van Vuilpanne, die grote belofte, doet die dan niet meer mee? Nee, die doet niet meer mee. De oorzaak is bekend: Hij is betrapt op het gebruik van doping. We hebben een vraaggesprek met Polleke. Polleke, u bent het slachtoffer van drogerende middelen. Allez ja, wij in Vlaanderen vernoemen het den drog. Eh, ik heb dan van enkele jaren terug nen trainer gehad die mij deed slikken. Eh, ge zag mij altijd van voren koersen, vermits ik van mijn strot op mijn billen vol zat met den drog. Eh, maar 't is dan gebeurd dat men aan de meet een kontrool is komen in te richten waar al de coureurs eh, allez eh, hoe zegt gij dat, eh... Moesten urineren? Eh..., tiens, 't is dat: Waar zij moesten water maken. Daar stond dan bij de kontrool een Franse professeur die u er van kon verwittigen of dat er in uw water iets speciaals zat. En mijnen traineur, Oskar De Naayer, die zeg... die zegde mij dan: "Eh Polleke, wij moeten ons plan trekken. Wij doen voort met den drog, maar dat water aan de controle, moet gij niet gaan maken, he. Polleke, zegt 'm, gij hebt toch uw supporters? Welja, zeg ik. C'est ca, zegt hem, en wie is uwen grootsten supporter. Allez, zeg ik, da's mijn schoonbroer, Stanneke de Keuckelaere. Tiens, zegt 'm, wij gaan die bij elke koers in een staminee bij den eindstreep zetten, en 'm krijgt vrij drinken: 'm mag zoveel pinten vatten als 'm goesting heeft. Vlak van vooraleer gij dan bij den arrivé komt, moet 'm dan rap water maken in een fleske en in den mêlee drukt 'm dan dat fleske water in uw handen, en dat geeft gij dan aan diejen Fransen professeur van den drog-kontrool. Van diejen dag zat den Stanneke, m'n schoonbroer, trouw in een staminee aan den arrivé, vol bier, van m'n eigen bier, 't is te zeggen: Het merk waar ik voor koers: Koekelberg Trappiest. Allez, als ik dan was uitgetrapt pieste hij, en zo ging dat jaren goed. Ze pakten den een na den ander, maar Polleke, de keizer van Vuilpanne bleef voort doen en behaalde destijds den palmares. Tot dan de grote Voorjaarskoers kwam, den Omloop van Jezus-Eik, de klassieker die gekend staat als de Hel van de Kempen. 't Was te doen om een prijs van twee miljoen franken en een droogkuismachine. Ik zat dien dag zo berstensvol van den drog, dat ik van boven niet meer wist of dat ik van onderen nog op de pedalen stond, en ik vloog over de macadam als de helse duivel. Tweemaal ben ik platgevallen den eersten keer in de klim op de kasseien van de Blijde Inkomstlaan en dan nog ne keer in den afzink, en ik had totaal geen last. En onderwijl zit m'n schoonbroer in de staminee en die hoort daar maar steeds op de antenne hoe dat ik van voren lig en dat ik die twee miljoen franken ga pakken, en 'm begint van puur elan zoveel pinten te vatten dat 'm vijf minuten voor m'n aankomst gans onbekwaam wordt. En z'n vrouw, eh, 't is te zeggen mijn zuster, ziet 'm van de cour weerkomen en 'm vraagt: "Allez Stan, rap, waar is uw water?" En 'm is gans en al van zinnen en lalt van "Naast de lavabo", en zij geraakt in de paniek, want daar kom ik al aangesjeesd, en zij denkt: Rap, rap, dan zelf maar gepiest. En bij den arrivé heeft zij gelukkig nog 't gekende flesje vol. Maar allez, gaat gij zeggen, dan is alles toch perfect. Jawel, dat is het. Maar den anderen dag moet ik voor 't inrichtend comité verschijnen en daar zie ik diejen Franse professeur en 'm zegt: "Allez, Polleke, ge zijt gediskwalificeerd, maar proficiat. En ik zeg: maar allez, professeur, pour qua dan wel. En 'm zegt: ah wel, ik heb 'n fameus bericht voor u: Ge gaat een kind bekomen!" Tekst : Michel Van Der Plas