Gerard Cox, Joke Bruijs & Lee Towers

Gerard Cox, Joke Bruijs & Lee Towers - Ketelbinkie songtekst

Je score:

Over deze songtekst:

Ketelbinkie, zo werd de jongste scheepsjongen aan boord van een schip genoemd. Hij werkte in de keuken (kombuis) en zorgde gewoonlijk er voor dat de bemanning hun koffie kreeg.

Foc'sel (vers 3) komt van het Engelse for-castle, waarmee de verblijven (van de bemanning) voor in het schip worden bedoeld. Ook wel vooronders genoemd.

Roosterbaren (vers 7) waren de gietijzeren tegels van het stookrooster.

Schoot-an (laatste vers) is een soort jenever.

De schrijver van dit lied, Anton Beuving, beschrijft in dit lied zijn eigen ervaringen toen hij ketelbinkie was. Uiteraard is het laatste gedeelte erbij verzonnen.

Toen wij van Rotterdam vertrokken
Met de Edam, een ouwe schuit
Met kakkerlakken in de midscheeps
En rattenesten in 't vooruit
Toen hadden wij een kleine jongen
Als ketelbink bij ons aan boord
Die voor de eerste keer naar zee ging
En nooit van haaien had gehoord

Die van zijn moeder aan de kade
Wat schuchter lachend afscheid nam
Omdat hij haar niet durfde zoenen
Die straatjongen uit Rotterdam

Hij werd gescholden door de stokers
Omdat ie al op de eerste dag
Toen wij maar net de pier uit waren
Al zeeziek in het foc'sle lag
En met jenever en citroenen
Werd hij weer op de been gebracht
Want zieke zeelui zijn nadelig
En brengen schade aan de vracht

Als ie dan sjouwend met zijn ketels
Van de kombuis naar voren kwam
Dan was het net een brokje wanhoop
Die straatjongen uit Rotterdam

Wanneer ie ‘s avonds in z’n kooi lag
En na z'n sjouwen eind’lijk sliep
Dan schold de man die wacht te kooi had
Omdat ie om zijn moeder riep
Toen is ie op een mooie morgen
‘t Was in de Stille Oceaan
Terwijl ze brulden om hun koffie
Niet van zijn kooi goed opgestaan

En toen de stuurman met kinine
En wonderolie bij hem kwam
Vroeg hij een voorschot op zijn gage
Voor ‘t ouwe mens uit Rotterdam

In zeildoek en met roosterbaren
Werd hij die dag op ‘t luik gezet
De kapitein lichtte zijn petje
En sprak met grocstem een gebed
En met een 'één, twee, drie in Godsnaam'
Ging ‘t ketelbinkie overboord
Die ‘t ouwetje niet dorst te zoenen
Omdat dat niet bij zeelui hoort

De man een extra mokkie schoot-an
En ‘t ouwe mens een telegram
Dat was het einde van een zeeman
Die straatjongen uit Rotterdam
Vind dit lied op:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Auteur: Anton Beuving

Componist: Jan Vogel

Publisher: ?

Details:

Taal: Nederlands

Komt voor op: Rotterdam 1990 (1989)

Deel je mening

Dit formulier wordt beschermd door reCAPTCHA en de Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden zijn daarbij van toepassing.

0 Reacties gevonden