‘t Was drie uur  in de  nacht . 
Ik was op weg met een zware vracht.
Ik keek naar m’n fotootje 
en vlak voor me reed een klein autootje
Rode lichten kwamen dichterbij 
Er was maar een kant op en dat was opzij.
In de vangrail en in de kreuk.
Je staptje uit en je zei:Ik rem ook voor dieren. IK REM OOK VOOR DIEREN! 

Net even voor sluitingtijd ontdek ik: hé,geen zout!
Dus spring ik op mijn fiets en hoop dat men de deuren openhoudt.
Een dame in een scootmobiel trapt plotseling op de rem.
En met de zak vol op de stang, 
Antwoord oma nu met klem: IK REM OOK VOOR DIEREN! 

Laatst ging ik met de trein er even tussen uit.
Ik  sla m’n krantje open en hoor!: Daar gaat de fluit.
We zijn goed en wel een eind op weg dan volgt en reuze smak.
Ik lig bij m’n buur op schoot. 
en hoor door een speaker in het dak:IK REM OOK VOOR DIEREN! 
solo

Ik kijk nu heel goed uit als ik achter iemand zit.
Nee niet een vierde keer dat kost me m’n gebit.
Ik hou nu twee seconden afstand in het verkeer.
Steekt er een Eland over,
dan denk ik elke keer:IK REM OOK VOOR DIEREN!