Drie schuintamboers
die kwamen uit het oosten 
die kwamen aan de wal 
om de meisjes te getroosten
van je rom bom, wat maal ik erom 
om de meisjes te getroosten, rom bom

Een van de drie, zag daar een aardig meisje 
Hij sprak, zusje lief
wil jij met mij een reisje
van je rom bom, wat maal ik erom
wil jij met mij een reisje, rom bom

Zij sprak, broertje lief
dat moet je men vader vragen
geeft hij het woord van ja
dan kun je mij behagen
van je rom bom, wat maal ik erom
dan kun je mij behagen, rom bom

Zeg ouwe heer, mag ik jouw dochter trouwen ?
Zij is in mijn hoofd
Het mooist van alle vrouwen
van je rom bom, wat maal ik erom
Het mooist van alle vrouwen, rom bom 
Gij schuintamboer
zeg mij het zonder vrezen
als jij mijn dochter trouwt
wat zal jouw rijkdom wezen ?
van je rom bom, wat maal ik erom
wat zal jouw rijkdom wezen, rom bom 

Zeg oude heer
ik wil daar niet om jokken
Mijn rijkdom is
een trommel met twee stokken
van je rom bom, wat maal ik erom
een trommel met twee stokken, rom bom 
Jij schuintamboer
met zulke zotte praten
als dat jouw rijkdom is
dan kun je 't trouwen laten
van je rom bom, wat maal ik erom
dan kun je 't trouwen laten, rom bom 

wat buiten vader's zin
ik toch het meisje trouwen
want zonder trommelstok
kon zij het niet langer houwen
van je rom bom, wat maal ik erom
kon zij het niet langer houwen, rom bom