Vader, als ik later groot ben
Ga ik dan ook net als jij
Elke vrijdag centen halen
Aan de steun en in de rij
Draag ik dan kapotte schoenen
Om te dolen langs de kant
Vader, word ik straks als jullie
Maar zo’n rafeltrappelant

Vader, als ik later groot ben
Krijg ik dan ook net als nou
Maar twee droge boterhammen
Als ‘k er veel meer lusten zou
Komt er dan nog een bezoeker
Om te vragen wat er schort
En te zeggen dat ik weeral
Met een daalder ben bekort

Vader, als ik later groot ben
Moet ik dan ook net als nou
Weer om zeven uur naar bed toe
Van de honger en de kou
Moet ik dan nog kooltjes zoeken
In der regen en de wind
Vader, zeg me nou eens eerlijk
Wat jij aan het leven vindt

Jongen, als jij later groot bent
Dan is al dit leed voorbij
Nee, jij staat niet meer als vader
Om een steuntje in de rij
Dan, dan juicht van alle werken weer
De arbeid en de vreugd
Want planmatigheid zal wezen
En een toekomst voor de jeugd