Frits Lambrechts
Frits Lambrechts - Ode aan de lucht songtekst
Je score:
Ik was uit wandelen gegaan en wie kwam ik tegen? De lucht. Ik groette hem met ontzag en zei: "Wat ben ik blij dat u die doorzichtigheid nu eens hebt uitgetrokken, nu kunnen we wat praten." Hij bleef maar dansen, woei door de bladeren heen, blies met zijn glimlach het stof van mijn zolen, hief toen zijn hele blauwe tuigage, zijn glazen skelet, zijn briezen oogleden omhoog en als een mast zo pal hoorde hij mij aan. Ik kuste zijn hemelsblauwe koningsmantel, hulde me in zijn hemelzijden wappervlag en zei: "Koning of kameraad, bloemkelk, vogel of dauwdraad, ik weet niet wie u bent, maar één ding vraag ik u: verkoop u nooit. Het water heeft zich verkocht en in de woestijnen zag ik pijpleidingen doodlopen, en druppels ophouden, en ik zag de armen, het volk, rondwankelen in het zand, omzwervend met enkel hun dorst. Ik zag het nachtlicht gerantsoeneerd in het huis van de rijken. In de nieuwe hangende tuinen is alles zonsopgang, alles is zwart in het ontstellende donker van de krotten. Daar gaat enkel nacht op, stiefmoeder, met tussen haar uilenogen een dolk en een gil, een misdaad staat op en dooft uit door het donker verzwolgen. Nee, lucht, verkoop u nooit, laat ze u niet kanaliseren, laat u niet kisten, niet in tabletten persen, laat u niet inflessen, kijk uit! Roep me als u me nodig hebt, ik ben de dichter, kind van armelui, vader, oom, neef, bloedeigen broer van de armen van alle armen van mijn land en alle vaderlanden, van de armen die wonen aan de rivier en van die die hoog wonen op de loodrechte bergwanden die steen kloppen, planken spijkeren, kleren naaien, hout zagen, aarde malen, en daarom wil ik dat ze vrij blijven ademen: u bent al wat ze hebben, daarom bent u doorzichtig, dan kunnen ze zien wat morgen brengt, daarom bestaat u, lucht laat u dan inademen, laat u niet vastleggen, vertrouw die lieden niet die in auto's komen aanrijden om u te taxeren, lààt ze, lach ze uit, floep, hun hoed af, ga niet in op hun voorstellen, laten we samen door de wereld dansen, dan gaan we de appelbloesems afwaaien, dan waaien we de ramen binnen, dan fluiten we samen, dan fluiten we wijsjes van gisteren en morgen, en dan komt de dag dat wij licht en water, aarde en mens bevrijden, dan zal het zijn: alles voor allen zoals jij nu bent. Daarom, voorzichtig nu, kom mee, we moeten nog zoveel dansen en zingen kom mee naar de bergen hoog, naar de volle zee, kom mee naar waar de nieuwe lente te bloeien staat en in een vlaag van wind en lied delen we de bloemen uit, de geur en de vruchten, de lucht van morgen."