Flarden muziek waaien uit een café
Een klant laat de jukebox weer spelen
Een modern groot orkest
Voor een kwartje of twee
En de nieuwste hit galmt uit hun kelen
Waar vroeger de hele Jordaan ’s avonds zat
En zong tot genoegen van velen
Een harmonicaspeler zijn broodwinning had
Staat een platenkast te kwelen

De Jordaan, de Jordaan
Is al lang niet meer wat het is geweest
De Jordaan, de Jordaan
Waar vroeger zo’n twaalf uur per dag werd gepeesd
Waar het karige loon twee maal na werd geteld
En je rechtsgevoel vaak op de proef werd gesteld
De Jordaan, de Jordaan

Daar zijn de verhalen die mijn vader vertelde
Als we ’s zondags de buurten doorkruisten
Waar zwoegende vrouwen in hun waaierrok
Levenslang in die stinkkrotten huisden
De gezellige straat waar ik steeds over lees
Waar je heerlijk kon zwieren en zwaaien
Daar ligt in zijn vrije tijd de Jordanees
Aan zijn auto een moer vast te draaien

De Jordaan, de Jordaan
Is al lang niet meer wat het is geweest
De Jordaan, de Jordaan
Hoe zee werd je om je oprechtheid gevreesd
In de crisistijd waren je vuisten gebald
Toen je door Colijns fuseliers neer werd geknald
De Jordaan, de Jordaan

Naast een oud pand dat men snel restaureert
Wordt een bouwvallig krot afgebroken
Een stichting die al deze huizen beheert
Heeft een deel voor studenten besproken
Waar zijn de Jordaners, waar zijn ze gegaan
Vertrokken naar sfeerloze straten
Op de gracht is een oud ledikant blijven
Voor de vuilnisman achtergelaten

De Jordaan, de Jordaan
Is al lang niet meer wat het is geweest
De Jordaan, de Jordaan
Hoogstens één keer per jaar een kermisfeest
Maar we zullen de kinderen je liederen leren
Als ze  straks je laatste huizen saneren
Mijn Jordaan, mijn Jordaan
Mijn Jordaan