vaarwel lief Den Helder vaarwel mooi Maassluis
ik moet weer gaan varen ik ga ver van huis
In de haven daar ligt er ons schip alweer klaar
ivoor een lange reis vol gevaar

vaarwel allerliefste vaarwel beste vriend
we hijsen de zeilen en wachten op wind
de reis gaat naar het noorden
waar geen lente ooit komt
en het geluid van de stormwind
maar zelden verstomt

geen heuvels geen dalen geen zachtwuivend riet 
geen lieflijke lijster zingt hier ooit zijn lied
het gebrul van de ijsbeer zo woest uit op moord 
is de enige klank die hier ooit wordt gehoord

maar eindelijk zijn dan de ruimen gevuld
geen uitstel van afvaart wordt nu nog geduld
onze boot wendt de steven
de terugkeer breekt aan
naar het land waar weer vriendschap
en liefde bestaat

ja hier kom ik Den Helder hier kom ik Maasluis 
ik hoef niet meer te varen ik kom weer naar huis 
oh vergeten zijn heimwee de kou en de angst 
we zijn trots op onszelf en zijn trots op de vangst

oh vergeten zijn heimwee de kou en de angst 
we zien trots op onszelf en zijn trots op de vangst

Tekst A. Piek, Muziek trad./arr. A. Piek