Frans van Schaik
Frans van Schaik & Jaap van de Merwe & Nelly Frijda - Carmagnole - Petrolistenlied - Hoor het rollen van de donder songtekst
Je score:
Waar vlassen wij nog altijd op? De rijke boeven aan de strop En als ze hangen op het laatste? Dan hangen wij hun vrouw ernaast En dan in ’t hele land Elk bankgebouw in brand En bloemen op de lopen Van het kanon, van het kanon De bajes barst al open Onder het dond’rend kanon Dansen wij de carmagnole Bij het kanon, bij het kanon Dansen wij de carmagnole Onder het dond’rend kanon Wat geven wij daarna nog prijs? Je zet de bijl in het paleis En als dat is geruïneerd? De grond genationaliseerd Dan elke generaal Verzopen in ’t kanaal En als die is verzopen Komt het kanon, komt het kanon De rechtbank even slopen Onder het dond’rend kanon Dansen wij de carmagnole Bij het kanon, bij het kanon Dansen wij de carmagnole Onder het dond’rend kanon Petrolipyromanen, Dat willen wij graag zijn Je steekt het zwikkie aan en Dan fikt het reuze fijn Omdat het zo goed branden kan En zo gezellig gromt Verdomd, dan steek je alles aan Wat je voor handen komt Hier petroleum, daar petroleum Petroleum op de haard Hup een litertje Uit het gietertje Brandt dat effe fijn vandaag Hier petroleum, daar petroleum Petroleum op de haard Hup een litertje Uit het gietertje Brandt dat effe fijn vandaag De heren zo integer Zien tot hun razernij Ook vlammen in het leger De vloot krijgt averij Met zand in de motoren En met suiker in de tank En moeilijk na te sporen Brandjes als een zachte wenk Hier petroleum, daar petroleum Op de generale staf Hup een litertje Uit het gietertje En de hele zooi brandt af Hier petroleum, daar petroleum Op de generale staf Hup een litertje Uit het gietertje En de hele zooi brandt af Hoor je wel die doffe klanken Die een elk verstomd doet staan Als de wind in diepe dalen Bij het naadren van d’orkaan Als in donk’re avondstonden Het bruisen van de oceaan ’t Is het volk dat opmarcheert Hoort het rollen van de donder! Hoog de zon en nacht daaronder. Door het donker komt een wonder: ’t Is het volk dat opmarcheert! Komt en beeft nu trotse rijken Want vervult is nu de tijd Eens voor jullie was ons werk En voortaan roept ons beet’re strijd Wij zijn mensen en veroov’ren Ons de volle menselijkheid Wie ook tegen ons marcheert Hoort het rollen van de donder! Hoog de zon en nacht daaronder. Door het donker komt een wonder: ’t Is het volk dat opmarcheert!