De geschiedenis in Nederland kwam eerst pas goed op stoom
Toen een Duitse stam z’n boeltje had gepakt
Vrouw en kind’ren plaats liet nemen in een uitgeholde boom
En hiermede langs de Rijn kwam afgezakt

Veel Bataven – want dat waren het  - vertrokken ook te voet
Naar de natte Lage Landen aan de Zee
Met z’n allen vormden zij een kilometers lange stoet
Zelfs de kippen en de varkens liepen mee

Ze krioelden, dapper, stoer en struis 
En ze voelden zich hier daad’lijk thuis

 Door het vrouwvolk werd de was gedaan en aardappels geschild 
Kortom, moeder werkte praktisch dag en nacht
En ze kookte en ze weefde en ze leefde van het wild
Dat papa-lief voor ze meebracht van de jacht

Onze ouwe Batavieren waren liever lui dan moe
En maar dobbelen, en zwelgen in het bier
Moeder mocht niet meedoen, nee, die sjouwde overal naar toe:
De slavin van haar geliefde Batavier!

Op vergaderingen werd er altijd zwaar geredetwist
(Dat gebeurde zo per jaar een keer of twee)
Daarbij werd dan over ’t welzijn van het hele volk beslist
En wie ’t er niet mee eens was, die riep nee..
In veel goden werd door hen geloofd
De god Wodan was het opperhoofd
Deze Wodan had een paard, waarmee hij draafde door het zwerk
Om te kijken of de zaak wel goed verliep
Voor de donder had hij Donar die ging meestal aan het werk
Als je eindelijk een keertje lekker sliep

Ja, dat bier was oergevaarlijk en dat wisten ze ook best
Maar ze hadden een ongeloof’lijk sterke maag
Dus met vaten tegelijk werd hun enorme dorst gelest
Hoe je ’t volhoudt, is nog steeds de grote vraag!

Ook voor vreemdelingen – arm of rijk, dat maakte geen verschil
Stond er altijd een gedekte tafel klaar
Je kan zeggen van die woeste Batavieren wat je wil
Maar gastvrijheid dat was prima voor mekaar    

Hun Romeinen kregen een nieuwe klant:
De Romeinen kwamen in ons land

Ja, daar stonden de Bataven met hun ogen uitgepuild:
Deze gasten waren best de moeite waard
Want al spoedig werd er onderling gehandeld en geruild:
Zeven appels en een varken voor een zwaard

De Romeinen zagen in die knapen nog een extra winst
Wat een vechtersbazen – wat een kampioen
Dus wat deden ze? Ze namen de Bataven in hun dienst
Zo ontstond er het Bataafse legioen

Aan het hoofd van deze mannen stond een vorstelijk persoon
Julius Civilis zo werd hij genoemd
Wat die in de strijd presteerde, nee, dat was niet meer gewoon
In Europa werd hij overal beroemd

Tot die strijder het niet langer nam
En als leider zelf in opstand kwam

De Romeinen werden razend en hun keizer bijna dol
Totdat bloedig het verzet was onderdrukt
De verslagen Batavieren troostten zich met alcohol
Betaalden weer hun tol
Maar hielden stiekem vol:
‘Er komt een tijd, dat het ons lukt’