Willem, weet je dat
de zon s'middags op zijn warmste is
dat de zee zich soms ook terugtrekt,
en dat het strand dan breder is.

Willem, weet je dat
de winter ons soms witte vlokken brengt
en je groene verf krijgt als je
geel en blauw vermengt.

Willem, weet je dat
een boom elk jaar zijn bladeren verliest
en dat water als het koud is
ijs wordt, en bevriest.

Willem, 'k wil je vertellen
over de sterren en de maan,
over de bloemen in de weiden
en de koeien die daar staan.

Willem, mag ik je leren
over de eenden in de plas,
over de nesten die ze maken
en de mieren in het gras.

Willem, zelfs je kleinste verdrietjes
grijpen me loeihard bij de keel,
maar als je even naar me lacht,
kleurt heel de wereld groen en geel.

Willem, door jou ben ik weer in
kabouters gaan geloven,
Ik blijf dat altijd doen
dat zal ik je beloven.

Willem, droom nu maar zacht
over de elfjes en de fee,
dan hou ik stil je handje vast
en droom zachtjes met je mee.