Hier aan de Oosterschelde
Hier heeft mijn wieg gestaan
Hier wil ik telen blijven
De oester, mijn vriend
Hier wil ik nooit vandaan
Ik wil hier nooit vandaan

Geef polonaise aan onze lijven
De Oosterschelde moet open blijven
Laat het schelpdier niet verdrijven
De Oosterschelde mag niet dood
Mossels, oesters
Zulke knoesters
 Moeten leven voor ons dagelijks brood

Klaassesz heeft gesproken
Tot minister Westerterp”
“Ik adviseer je, Tjerk
Hou de Oosterschelde open”
Dat is mooi, heel mooi geef Jan een sjerp
Dat is mooi, heel mooi, geef Jan een sjerp

Ja, dat is mooi, dat is mooi
Maar gaat dat ook werkelijk gebeuren
Of is dat advies maar Jan Klaassen

Ze bouwen maar door aan die dam
Ze bouwen al lang aan die dam
En de heren van het rijkswater
Die zijn het er roerend mee eens

O, spaar de Oosterschelde
 O, spaar de Oosterschelde
Die dam dat kan zo maar niet
Zo’n dam dat gaat zo maar niet
O nee, dat gaat, dat gaat zo maar niet

Koning klant mag graag gebruiken
Mossels, oesters en alikruiken
Laat waterstaat een poepie ruiken
De Oosterschelde mag niet dicht
Luctor et vooral emergo
Voor geen waterstaat gezwicht.
Voer geen waterstaatgezicht
Laat waterstaat een poepie ruiken
De Oosterschelde mag niet dicht