Ping, ping pingelingeling
Ping, ping pingelingeling

   Geef moeder een staatssalaris
Daar trekken we voor aan de bel
Tingelingeling
Want iedereen weet dat ’t waar is
Ze werkt zich de kleding, jawel
Tingelingeling
Een rotbaan waarmee ze nooit klaar is 
Geef moeder een staatssalaris

De huisvrouw boent en braadt en breit
En emmers met haar sop
Ze wast, ze spoelt, ze naait, ze strijkt
Maar nooit is haar salaris op
Ze dirigeert de koffiekan
Maar blijft afhankelijk van d’r man
Wanneer wordt daar nou iets aan gedaan?
Zodat ze op die eigen mooie benen ook kan staan 

  Geef moeder een staatssalaris
Daar trekken we voor aan de bel
Tingelingeling
Want iedereen weet dat ’t waar is
Ze werkt zich de kleding, jawel
Tingelingeling
Een rotbaan waarmee ze nooit klaar is 
Geef moeder een staatssalaris

De huisvrouw klopt en veegt en zuigt
En woekert met haar zweet
En al te vaak stank voor dank
Voor alles wat ze liet en deed 
De vrouwenpolis, weet ’t wel
Dat is toch maar een bagatel
Ach, wanneer wordt er recht gedaan?
ik moet er niet aan denken dat ze straks aan ’t staken slaan 

   Geef moeder een staatssalaris
Daar trekken we voor aan de bel
Tingelingeling
Want iedereen weet dat ’t waar is
Ze werkt zich de kleding, jawel
Tingelingeling
Een rotbaan waarmee ze nooit klaar is 
Geef moeder een staatssalaris