Toen ik hem tegenkwam stond hij naar mij te gapen 
Hij zei: “Jouw glimlach, die is voor mij bedoeld 
Ik wil zo graag even met je praten 
De nacht is lang, we kunnen toch nog heel veel doen” 

En ja, ik had hem veel nog, veel te geven 
Die ene nacht was hij totaal van mij 
Bij het afscheid zei hij: “Ik kom je wel ergens tegen” 
Dat was het dan, ‘t was veel te snel voorbij 

Ik wil dat je van me houdt, al is het voor heel even 
Heel even van me houdt, het geeft niet wie je bent 
En kom ik je later misschien nog een keer tegen 
Doe dan niet alsof je me niet kent 

En elke keer is er wel een die met me meegaat 
En elke keer ben ik hem eeuwig trouw 
Maar elke keer als hij dan ‘s morgens opstaat 
Zegt hij nooit meer: “Ik hou van jou” 

Ik wil dat je van me houdt, al is het voor heel even 
Heel even van me houdt, het geeft niet wie je bent 
En kom ik je later misschien nog een keer tegen 
Doe dan niet alsof je me niet kent

Hou me vast, ‘k wil met je mee, met je leven 
Met je praten, met je slapen in de zon, in de zon 
Hou dan van mij 
Een beetje van mij 
Hou een beetje van mij 
Een beetje van mij 
Ja, hou dan een beetje van mij 
Alleen van mij