‘Wedden, wedden,’ zei Anansi,
‘wedden dat ik de kans zie.
Ik krijg Broer Tijger wel in actie,
die opschepper wordt gewoon mijn taxi.’
In, spin, de bocht gaan in
en spin Anansi krijgt zijn zin.

Niemand wou Anansi geloven,
voor geen cent en voor geen fluit.
De spin Anansi zomaar boven
op Broer Tijger. Ze lachten hem uit.

‘Wedden, wedden,’ zei Anansi,
‘wedden dat ik de kans zie.
Ik krijg Broer Tijger wel in actie,
die opschepper wordt gewoon mijn taxi.’
In, spin, de bocht gaan in
en spin Anansi krijgt zijn zin.

Broer Tijger wou het niet geloven,
hij werd daarover heel erg kwaad.
‘Wou jij, Anansi, zomaar boven
op mij rijden? Als je het maar laat!’

‘Wedden, wedden,’ zei Anansi,
‘wedden dat ik de kans zie.
Ik krijg Broer Tijger wel in actie,
die opschepper wordt gewoon mijn taxi.’
In, spin, de bocht gaan in
en spin Anansi krijgt zijn zin.

‘Broer Tijger, wil mij toch geloven,
ik ben zo zielig, ziek en moe.
Laat mij een eindje zomaar boven
op jouw schouders naar huis toe, toe…’

‘Wedden, wedden,’ zei Anansi,
‘wedden dat ik de kans zie.
Ik krijg Broer Tijger wel in actie,
die opschepper wordt gewoon mijn taxi.’
In, spin, de bocht gaan in
en spin Anansi krijgt zijn zin.

Zo reed Anansi, niet te geloven,
heel zielig op Broer Tijgers rug.
Stijgend rijdend zo naar boven
op Broer Tijger naar zijn woning terug.

‘Wedden, wedden,’ zei Anansi,
‘wedden dat ik de kans zie.
Ik krijg Broer Tijger wel in actie,
die opschepper wordt gewoon mijn taxi.’
In, spin, de bocht gaan in
en spin Anansi krijgt zijn zin.