Je voetbalt fantasievol en zo vrij en ongedwongen.
Je zit al op het voetbalinternaat, mijn beste jongen.
Je speelt nog met een glimlach en met vreugde in het spel.
Dat zal moeten veranderen, dat snap je zeker wel?
Jij moet nog leren: spelplezier brengt financieel geen baat!
Is daar wel een docent voor op het voetbalinternaat?

Je zult nog moeten leren om de kijkers te vervelen
door zonder enig risico naar achteren te spelen.
Je toeschouwers doen veertig uren in de week hun best,
tot aan hun vrije zondag en die wordt door jou verpest.
Je moet nog leren: hindert niet, ’t gaat om het resultaat!
Is daar wel een docent voor op het voetbalinternaat?

Je maakt je na de wedstrijd maar subiet weer uit de voeten,
want waarom zou je ook nog je supporters even groeten.
Wat kan het jou verdommen wat die lui daar kwamen doen?
’t Gaat niet om hun amusement, ’t gaat enkel om jouw poen!
Je zult je moeten oefenen in veel vormen van verraad!
Is daar wel een docent voor op het voetbalinternaat?

Kom nooit onder het plebs, begeef je nooit in de kantine!
Besef dat het alleen maar gaat om heel veel geld verdienen!
En wees al op je twintigste een dorre oude vrek,
een draaikont en een leugenaar in elk tv-gesprek,
waarin ze willen weten waarom jij je club verlaat!
Is daar wel een docent voor op het voetbalinternaat?

De vonk van inspiratie uit je voetbalkinderjaren,
die moet je in je voetballoopbaan niet te lang bewaren.
Vliegt heel het stadion weer de verveling naar de keel,
dan ben je pas goed bezig, jongen, echt professioneel!
Dit schreef een oude dichter, die het spel ter harte gaat,
hoewel hij geen docent is op het voetbalinternaat.