In Holland zijn de Boeddhabeelden overbodig,
geen mens wil godenschilderingen aan de wand.
Die bolle godenkoppen hebben wij niet nodig,
want Boeddha’s zijn er al zoveel in Nederland.

Loop ’s avonds maar eens over straten, over pleinen
en kijk dan door de open bloemetjesgordijnen.
Daarbinnen in het heiligdom dat ‘kamer’ heet,
daar zit de polderboeddha op zijn stoel of bankje.
Sereen en kalm omklemt zijn linkerhand een drankje,
terwijl hij met zijn rechter chips of pinda’s eet.

In Holland zijn de Boeddhabeelden overbodig,
geen mens wil godenschilderingen aan de wand.
Die bolle godenkoppen hebben wij niet nodig,
want Boeddha’s zijn er al zoveel in Nederland.

De staat van bovenaards geluk en rust en vrede
is voor de Nederlandse Boeddha ingetreden.
Al ziet hij veel geweld en lijden op tv,
niets kan zijn rust verstoren, want een beetje schieten,
een beetje oorlog en een beetje bloedvergieten,
daar zit zo’n dikke polderboeddha heus niet mee.

In Holland zijn de Boeddhabeelden overbodig,
geen mens wil godenschilderingen aan de wand.
Die bolle godenkoppen hebben wij niet nodig,
want Boeddha’s zijn er al zoveel in Nederland.