Ed Kooyman & Herman Van Haeren
Ed Kooyman & Herman Van Haeren - Slachtoffer van de omstandigheden songtekst
Je score:
SLACHTOFFER VAN DE OMSTANDIGHEDEN E C# In het huis waardat ‘k ben grootgebracht F# daar was van alles / dat niet mocht A B E B maar ik zat vol met / deugnieterij. E C# Dus onze pa en ook ons ma F# die zochten een uitlaatklep voor mij A B E E7 die vonden z’in de / padvinderij. A Zo bleef ik dan toch van de straat E en iederen dag deed ‘k m’n goei daad B E E7 we klommen gelijk apen in de bomen A we leerden knopen leggen en spellekes doen E de liekes die ‘k aan ’t kampvuur zong F# B en ’s nachts in een tentje liggen dromen. C#m Tot er eens ne vriend tegen mij zei: gij moet eens leren smoren hee, de leider doet het ook en dat is pas nen echte vent; nu zennekik nooit niet echt kontreir en zo konnen wij dan solidair F# B B7 allemaal tesamen liggen hoesten in die tent. Refr.: E C# Wel ik heb m’n best gedaan F# want ik heb van jongs af aan A B E B m’n les geleerd, geluisterd en gebeden (veel gebeden) E C# ja ik kreeg kansen zat F# maar ik kwam op ’t slechte pad A B E ik zèn het slachtoffer van de omstandigheden. E C# Ik zèn gelijk ge wel vermoedt F# heel christelijk opgevoed A B E B ‘k ging meer dan eens per week / naar de mis. E C# De kerken zaten toen nog vol F# de pastoors hadden hun handen vol A B E E7 en ik was ook heel dikwijls van service. A M’n ouders waren ‘k weet niet hoe fier E dat ‘k misdienaar wier op ne keer B E E7 wierook branden en de klokken luiden, A ‘k mocht bellen met de groten bel E ‘k wist alles van den hemel en d’hel F# B en onze paster dat was gene kwaaie. C#m Maar ik zette daar in de sakristij al eens een fleske wijn opzij dat ‘k later met mijn lotgenoten stiekem samen dronk, en na een tijdje zeiden ze thuis: d’er is iets in die mis niet pluis F# B B7 omdat ik iedere zondag naar den drank toch zo stonk. E C# D’er gaat niks boven een goei school F# voor ne jonge gast in ne metropool A B E B dat vonden ze thuis en misschien hadden ze gelijk. E C# Ze staken van alles in mijne kop F# dan kreeg ik later een goei job A B E E7 dan wier ik op m’n sokken stinkend rijk. A De leraars en den directeur E die hadden ’t best met mij veur B E E7 ‘k zat iederen avond laat nog te studeren, A maar in de nonnenschool aan den overkant E daar waren de maskes heel pikant F# B en daar / ging ik mij voor interesseren. C#m ‘k Zag z’op den tram / en op de bus en ik had er al eens een gekust m’n punten gingen naar omlaag, niemand wist hoe dat dat kwam, ‘k kwam iedere vrijdagavond thuis met d’een of d’ander dikke buis F# B B7 mijne kop zat nog alleen maar bij die grieten op den tram.