Hij hoorde dat zijn moeder tegen de buurvrouw zei
"Mijn zoon is achtentwintig, zorgt nog altijd goed voor mij
Hij zal ook nooit gaan wonen, in de stad, ergens alleen
Zoals de meeste vrijgezellen doen, in't algemeen
Ja mijn zoon, die doet niet ongewoon
Hij is steeds net gekleed, al vind ik nu en dan
Dat hij zijn blonde haren iets te lang draagt voor een man
Maar ja, hij is een veelgevraagde mannequin
En je weet toch dat die altijd in de mode moeten zijn
Ik beken dat ik trots ben op hem."

Want mijn zoon, die trouwt wel eens
En krijgt een groot gezin
Een lieve vrouw met mooie kinderen
En ik daar middenin
Ik beeld het mij al in

"Maar van die luiaard van hiernaast
Zou 'k nooit de moeder willen zijn
Die verleidt getrouwde vrouwen, en gedraagt zich als een zwijn
Eens liet hij aan de kinderen van die smerige boekjes zien
Nu zijn ze niet meer weg te krijgen van zijn deur, sindsdien
En niet ouder dan negen of tien
En zij die doet alsof ze staat te wachten op de bus
Is slechter dan een hoer, en niets beter dan haar zus
Met iedereen die man is gaan ze voor wat geld naar bed
Hun moeder schaamt zich dood en zij doen 't voor de pret
Ik had ze reeds lang de deur uitgezet"

Maar mijn zoon, die trouwt wel eens
En krijgt een groot gezin
Een lieve vrouw met mooie kinderen
En ik daar middenin
Ik beeld het mij al in

En op zijn kamer maakt hij zich voor de avond klaar
Nog wat spray onder de armen
En wat haarlak op z'n haar
Toen keek hij naar de foto van zijn vriend
Waarvan hij hield
Straks ben ik weer van jou dacht hij
Juist toen zijn moeder zei
"Ja mijn zoon die doet niet ongewoon"