De taalstraat
Gerard Cox & De taalstraat - Meesters van toen songtekst
Je score:
Waar zijn ze gebleven, die meesters van toen Die meesters met krijt aan hun broek Met een stok en een stem als een barse klaroen Wie heeft z’n ogen niet in z’n boek? Wie heeft daar z’n armen niet over elkaar? Wie weet het weer niet? Wie hoorde ik daar? Besef jij wel,lummel, wat wij hier doen? O meesters, o meesters van toen Die meester van ons, hij heette de knoest Hij stond als een boom zo alleen Op het schoolplein met ons er als spreeuwen omheen Maar alles zweeg stil als ie vond dat dat moest De bel is de bel en te laat is te laat Wie praatte daar nog, jij daar in de maat Leren je ouders je soms geen fatsoen O meesters, o meesters van toen De knoest wist alles wat een klas voor altijd weten moest Waar Willemstad en Java was, dat twee en twee altijd en eeuwig vier zou zijn Dat hij, de knoest, ons vaderland ontwrocht had aan de zee En telkens als de vijand kwam dan vocht dat land de knoest vocht mee Hij wist van alles, alles af en alles wist ie goed Alleen dat stond niet in z’n boek Niet hoe je leiden moet Dat staat nooit in een boek ’t Gaat nooit als twee en twee is vier Nooit langs een rechte lijn Nooit volgens Knoest z’n regeltjes Die zeggen: zo moet het zijn Waar zijn ze gebleven, die meesters van toen Die meesters met krijt aan hun broek Met een stok en een stem als mijn meester de knoest Hij wist wat ie wist, hij wist hoe het moest