Ka ging met Karel van de kolenman
Maar Ka wou Karels liefde zwart op wit
Dus Ka liep achter Karel met zijn kolen aan
Hou je nou echt van mij en Karel zei dan dit

Hopla die hopla da ga maar na Ka
Ik doe 's nachts geen oog meer dicht
Hopla die hopla da ga maar na Ka
Alles door jouw lief gezicht

Karel had geen keus dus trouwde Ka
Ze had haar eer en uitzet goed bewaard
Maar toch was ze niet zeker was het nee of ja
Dus in de huwelijksnacht klonk bij de kolenhaard

Hopla die hopla da ga maar na Ka
Ik doe 's nachts geen oog meer dicht
Hopla die hopla da ga maar na Ka
Alles door jouw lief gezicht

Maar binnen 't jaar was Ka moe en Karel pa
Dat nam een deel van de twijfel weg
Die Kaatje voor Karel had

Karel had bij Kaatje z'n frivole taak
Hij bewees zijn liefde keer op keer
En ondanks alle drukte in zijn kolenzaak
Waren er spoedig twaalf kolenkoters meer

Hopla die hopla da ga maar na Ka
Twaalf keer een nieuw gezicht
Hopla die hopla da ga maar na Ka
Ik doe 's nachts geen oog meer dicht

Maar binnen 't jaar was Ka moe en Karel pa
Dat nam een deel van de twijfel weg
Die Kaatje voor Karel had

Karel had bij Kaatje z'n frivole taak
Hij bewees zijn liefde keer op keer
En ondanks alle drukte in zijn kolenzaak
Waren er spoedig twaalf kolenkoters meer

Hopla die hopla da ga maar na Ka
Twaalf keer een nieuw gezicht
Hopla die hopla da ga maar na Ka
Ik doe 's nachts geen oog meer dicht

Als je Karel heet
Zing dan hopla die la da
Hoi


(c) Tekst en muziek: Jack de Nijs