Dit is een lied alleen voor kind’ren
Ik heb alleen de tijd verplaatst
Nu ze stilaan uitgespeeld zijn
Een trappenhuis dat werd een speelplaats
Een lied dat zingt "geeft ze de ruimte"
Een lied dat dartelt in de zon
Over dicht bijzijnde polders
Over de wijde horizon
Over een stad die autovrij was
Met een muziektent op de markt
En een eindeloze speeltuin
en met natuurlijk ook een park

Diediediediediedaidaidam
Diediediediediediedaidam
Diediediediediedaidaidam
Diediediediediediedaidam

Stel je voor, je kon er spelen
In de straten, op het plein
Ongestoord kon je er hink’len
De stad zou helemaal van jou zijn
Ergens hoor je kind'ren tellen
En je telt mee "acht, negen, tien"
En je hoort na al die jaren
"Wie niet weg is is gezien"

Diediediediediedaidaidam
Diediediediediediedaidam
Diediediediediedaidaidam
Diediediediediediedaidam

Dit is een liedje alleen voor kind'ren
In het land van koning welvaart
Morgen zullen ze niet meer spelen
Hun spel is vogelvrij verklaard 
Een liedje voor kleine zielige vogels
Die als kind'ren zijn vermomd
Wier vleugels men heeft kortgeknipt
Hun gezang is haast verstomd

Diediediediediedaidaidam
Diediediediediediedaidam
Diediediediediedaidaidam
Diediediediediediedaidam