Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)

Jij bent een zeeman
En ik ben een vrouw
Je bent vergeten dat ik ver van jou ook van je hou
Al voel ik me eenzaam
Toch hoor ik bij jou
Jij bent een zeeman
En ik ben een vrouw

De lange nachten
Dat ik op je wacht
Zou er bij jou misschien een ander zijn die naar je lacht
Ik voel me zo eenzaam
Toch hoor ik bij jou
Op al je reizen 
Ben ik toch je vrouw

Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)

Aan de haven sta ik vaak te wachten
Alle schepen, die varen voorbij
Vaak zie ik jou dan in mijn gedachten
Ja, dan droom ik van jou en van mij

Jij bent een zeeman
En ik ben een vrouw
Je bent vergeten dat ik ver van jou ook van je hou
Al voel ik me eenzaam
Toch hoor ik bij jou
Jij bent een zeeman
En ik ben een vrouw

Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)
Ai, ai, ai, ai, aaaiii  (ai, ai, ai, ai, aaii)