Ik denk dat ik het doe:
het is een en al ellende,
de wereld is een bende.
Een waarheid als een koe.
Je hoeft alleen de krant maar in te kijken:
De Gaulle zijn neus wordt groter, elke dag.
Ze kunnen morgen al de maan bereiken,
maar wij betalen altijd het gelag.
De toestand wordt van dag tot dag onveiliger;
de politiek wordt overal schijnheiliger;
de films zijn elke week weer zedenlozer
en Chroestjov kijkt bozer, bozer, bozer
en ieder overleg zal wel weer falen,
ik moet de stomerij vandaag betalen,
in ieder land zijn weer studentenrelletjes.
Nou is het welletjes,nou is het welletjes,
de criminaliteit neemt aldoor toe.
Ik denk dat ik het doe.

Vandaag nog niet, ik wil nog even wandelen,
de tuin geurt elke avond naar jasmijn,
ik heb geleerd niet overhaast te handelen,
mijn zwarte poedel zou zo eenzaam zijn.
Vandaag nog niet, ik moet nog even strijken
en ik wil nog eens gaan eten in de stad,
nog één keer naar een voetbalwedstrijd kijken
en nog wel drie keer zonnen op het plat.
Ik zie ginder in de speeltuin twee kinderen op de wip,
daar zweeft een blauw ballonnetje en morgen is er kip,
ik wil nog even leven en lachen voor ik schiet.
Vandaag nog niet, vandaag nog even niet.

Ik denk dat ik het doe:
het is een en al misère
met al dat nucleaire.
Een misselijk gedoe.
En Nederland wordt voller, voller, voller
ondanks de lessen van meneer pastoor,
de advertenties worden alsmaar doller
en het leven op de Walletjes gaat door,
de brommers worden elke dag lawaaiiger,
de telefoonjuffrouwen aldoor haaiiger,
de machtige concerns die worden machtiger,
tv-programma’s aldoor kinderachtiger,
het levensonderhoud wordt steeds maar duurder,
ik heb weer herrie met mijn onderhuurder,
de radio geeft niets dan flauwe spelletjes.
Nou is het welletjes, nou is het welletjes,
het lerarentekort neemt aldoor toe.
Ik denk dat ik het doe.

Vandaag nog niet, ik wil nog even spelen
en luisteren naar de regen langs het raam.
Ik wil nog een keer iemands haren strelen,
er zit een nieuwe knop in mijn cyclaam,
ik wil beslist nog eens spaghetti koken,
ik heb een nieuw recept met wijn en room,
ik wil op het balkon een sigaretje roken,
er zit een vogel in de perenboom.
Al is het dan geen nachtegaal, dan is het toch een vink.
Ik ga de stad in voor een jas, al wordt het dan geen mink.
Ik wil nog even praten en lachen voor ik schiet.
Vandaag nog niet, vandaag nog effe niet.