Leve de man die het bier uitvond. Van je Hieperdepiep,, hoera!

Zoveel duizend jaar terug ons land was enkel zee
Dronk men in China uit verveling thee
Maar wat een geluk voor ons kwamen zij toen niet naar hier
Maar Batje Vier kwam langs de Rijn op een lekker vatje bier.

Refrein:
Al kreeg 'ie nooit het lintje van verdienste op z'n borst
Dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst (neeneenee)
Dus maak je borst en je glas maar nat en zeg ons plechtig na
Leve de man die 't bier uitvond, van je hieperdepiep hoera!

(Leve de man die het bier uitvond.  Ja begin jij nu ook al?)

En in Biervliet woonde een man, Jan Willem Beukelszoon
Dat 'ie haring kaakte, vindt men nu heel gewoon
Maar hij heeft dat idee vast bij een biertje opgedaan
Het bier daar vliedde lustig zo kwam Biervliet aan zijn naam.

Refrein.

(Leve de man,  ja,  nog 1x, nog 1x.)

Ja,  de oude Griekse tijd dat zou voor ons niks zijn
Daar schonken ze voor straf (hu) een giftige beker wijn
Als het nou bier geweest was , haha, dan dronk je 't met plezier
Dan zaten alle Grieken nou nog levenslang op bier.

Refrein.

(Leve de ... Ja, ga je gang, ga je gang maar!)

Ja, we danken nu bij deze de ontdekker van het glas
De maker van het vat, van tapkraan en koolzuurgas
Maar voor de allergrootste, voor hem houden wij hier
Vijf minuten stilte voor de ontdekker van het bier
1-2-5-8!

Refrein.

Hiep-hiep-hiep-hiep ... Hoera!