Clown Jopie & Tante Angelique
Clown Jopie & Tante Angelique - Sinterklaasmedley no.1. songtekst
Je score:
a. Sinterklaas is jarig. b. Hij komt, hij komt. c. Zie de maan schijnt door de bomen d. Daar wordt aan de deur geklopt. ‘’Hé Tante Angelique,.. Ja, Jopie,… ’’Weet je wie er jarig is?’’ ‘’Ja natuurlijk’’. ‘’ Die man met die grote puntmuts’’… ‘’Sinterklaas’’ Sinterklaas is jarig, zet je schoen vast klaar. Ligt dat hij hem vol doet, Met ja, wist ik het maar. Hier zet ik wat water en wat hooi voor ’t paard, want dat trouwe beestje, is dat heus wel waard. Want dat trouwe beestje, is dat heus wel waard. Als de kleintjes slapen, komt de goede Sint, die de brave kind’ren, het allermeest bemind. Het paardje zwaar beladen, voert hij met zich voort, en zijn knecht verteld hem, wat hij heeft gehoord. En zijn knecht verteld hem, wat hij heeft gehoord. ‘’Sinterklaas, wil je wat in mijn flappie gooien?’’ Sinterklaas kapoentje, gooi wat in m’n schoentje, Gooi wat in m’n laarsje, dank u Sinterklaasje. Sinterklaas kapoentje, gooi wat in m’n schoentje, Gooi wat in m’n laarsje, dank u Sinterklaasje. ‘’Wat denk je Tante Angelique, zou hij nog komen?’’ ‘’Maar natuurlijk, Jopie!’’ Hij komt, hij komt, de lieve goede Sint, mijn beste vrind, uw beste vrind, de vrind van ieder kind. Mijn hartje klopt, mijn hartje klopt zo blij, wat brengt hij u, wat brengt hij mij, wat brengt hij u en mij? Wie zoet was koek, wie stout was krijgt de roe. Hij komt, hij komt, de lieve goede Sint, mijn beste vrind, uw beste vrind, de vrind van ieder kind. ‘’Oohh, moet je eens kijken, hij schijnt door de bomen’’. Zie de maan schijnt door de bomen, makkers staat u wild geraas, ’t heerlijk avondje is gekomen, ’t avondje van Sinterklaas. Vol verwachting klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard. Vol verwachting klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard. O, wat pret zal ’t zijn te spelen, met die bonte harlekijn. Eerlijk zullen we alles delen, suikergoed en marsepein. Maar owee, wat bitt’re smart, kregen wij voor koek en gard. Maar owee, wat bitt’re smart, kregen wij voor koek en gard. ‘’Hoor je dat?’’ ‘’Wat?’’ ‘’Die herrie” ‘’Oh, er wordt gewoon aan de deur geklopt’’ ‘’Oh jee’’ Daar wordt aan de deur geklopt, hard geklopt, zacht geklopt, daar wordt aan de deur geklopt, wie zal dat zijn? Wees maar gerust mijn kind, ik ben een goede vrind. want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het toch goed. ‘’Jongens en meisjes, dat kan beter en harder!’’ Daar wordt aan de deur geklopt, hard geklopt, zacht geklopt, daar wordt aan de deur geklopt, wie zal dat zijn? Wees maar gerust mijn kind, ik ben een goede vrind. want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het toch goed. ‘k meen het toch goed. ‘k meen het toch goed.