Cilly Dartell
Frank Groothof & Jan, Jans en de kinderen & Jan Kruis & Cilly Dartell & Gerard van Bezeij & Anna Groothof (Jan, Jans En De Kinderen) & Marinus Groothof & Lot Lohr - De tekenaar heeft een man gemaakt songtekst
Je score:
De tekenaar heeft een man gemaakt en die man heet Jan “Een man is maar een man”, zei Jan, “Die ook niet alles kan”, zei Jan En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond De tekenaar heeft een vrouw gemaakt en die vrouw heet Jans “Geef vrouwen toch een kans”, riep Jans “Een man is maar een man”, zei Jan, En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond De tekenaar heeft een meisje gemaakt en die noemde hij Karlijn “Nooit eet ik meer konijn”, zei Karlijn “Geef vrouwen toch een kans”, riep Jans “Een man is maar een man”, zei Jan En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond De tekenaar heeft een meisje gemaakt en die noemde hij Karlijn “Nooit eet ik meer konijn”, zei Karlijn “Geef vrouwen toch een kans”, riep Jans “Een man is maar een man”, zei Jan, “Die ook niet alles kan”, zei Jan En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond De tekenaar heeft een zusje gemaakt en dat zusje heet Catoo-tje “Mij neem je niet in het ootje”, zei Catootje “Nooit eet ik meer konijn”, zei Karlijn “Geef vrouwen toch een kans”, riep Jans “Een man is maar een man”, zei Jan’ En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond De tekenaar heeft een jongetje gemaakt en dat jongetje heet Jeroen “Hoi-pipeloi en poep aan je schoen en hoor hoe rap ik rap,” riep Jeroen “Mij neem je niet in het ootje”, zei Catootje “Nooit eet ik meer konijn”, zei Karlijn “Geef vrouwen toch een kans”, riep Jans “Een man is maar een man”, zei Jan’ En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond De tekenaar heeft een opa gemaakt, een opa met sigaar “Catootje kwam van de ooievaar”, zei opa achter zijn sigaar “Hoi-pipeloi en poep aan je schoen en hoor hoe rap ik rap,” riep Jeroen “Mij neem je niet in het ootje”, zei Catootje “Nooit eet ik meer konijn”, zei Karlijn “Geef vrouwen toch een kans”, riep Jans “Een man is maar een man”, zei Jan’ En ergens op de achtergrond reed een kleine rode auto rond Maar de grote, rode kater komt wat later Jonggehuwden, vrijgezellen Magistraten en hun minderen Het eerste wat ze lezen en doorvertellen is Jan, Jans en de kinderen