Cabaret PePijn
Paul Van Vliet & Cabaret PePijn - Theatertje songtekst
Je score:
Ach zo'n theatertje, zo'n klein theatertje Daar zanik je al jaren over door Een klein theatertje, een klein theatertje Maar de argumenten tegen wegen zwaarder dan ervoor Want als je ze vertelt van je theatertje Dan zeggen ze: Kom je wel overheen Eh, klein theatertje, ja, klein theatertje Dat zijn van die ideeën, jongen, die heeft iedereen. Want bijna alle mannetjes die hebben van die plannetjes Van eigenlijk moest ik toch nog 'ns een keer Een tententocht naar Kameroen of in het vreemdelingen-legioen Maar dat kan nooit voor je baan of voor je buurt of voor je eer En jij denkt ook: Ach wat, theatertje. Theatertje? 'k Lijk eigenlijk wel gek Met zo'n theatertje, schei uit, een klein theatertje En al dat zenuwlijen en die zorgen op m'n nek." En daarna krijg je dan de tijd van Een theatertje, ach ja, dat idee heb ik vroeger ook nog eens gehad Ja ik weet nog goed, een klein theatertje, da's waar, een klein theatertje Het mijne dat zou komen in de Haagse binnenstad Maar als iemand dan iets zegt van een theatertje Dan zanik je daar toch weer over door "Mwa, een klein theatertje, ja een klein theatertje" En de argumenten tegen wegen lichter dan d'r voor En alle wijze mannetjes met al hun wijze plannetjes Je hoort ze niet, je ziet ze niet meer staan En of je daar nou goed aan doet, en of je dat nou laten moet De dingen gaan nou eenmaal altijd als ze moeten gaan Jij wil een theatertje, een klein theatertje Met alles dan d'r op en dan d'r an En je krijgt iets van Gods akker en je krijgt iets van Gods watertje En je denkt: Als ik het nou niet doe, komt het er nooit meer van Tsja, en zo ren je rond: Voor de hier-vergunning, voor de daar-vergunning en voor de dansvergunning en voor de bouwvergunning en voor de breekvergunning en voor de vergunning van minderjarig vrouwelijk personeel. En de vergunning om te spelen en de vergunning om muziek te maken en de vergunning om muziek te maken bij het spelen En naarmate de opening met de premiere nadert wordt de paniek steeds groter. En iedereen gaat door elkaar lopen. De man van de drankjes, de pianostemmer, de schilder, de loodgieter, de timmerman, de tegelzetter. En je loopt er zelf tussendoor met een gezicht van: Wat moet dit worden, was ik hier maar nooit aan begonnen, maar dit wordt helemaal niks. Maar ineens dan is het er:" Ja, een theatertje, een klein theatertje En je denkt dat je je ogen niet gelooft Een theatertje, ja toch, een klein theatertje En je schudt nog ongelovig, niet begrijpend, met je hoofd Maar je ziet je honderd stoeltjes en je ziet je honderd smoeltjes En de lichten langs de wanden en de slang voor als 't gaat branden En de schroeven en de moeren, en de planken op de vloeren En de wasbak, de piano en een lekker pondgordijn Je hebt een theatertje, een klein theatertje En weet u wat het is Het is te klein