Ja, wat moeten wij nu wensen 
Voor dit jonge Nieuwejaar 
Ergens ligt toch weer een aanslag 
Dwangbevel of Heffing klaar 
Ergens zit een schatbewaarder 
Toch weer op het vinkentouw 
Ergens valt er weer een baksteen 
Uit ons aller binnenbouw 
 
Desondanks, wel, laat ons wensen 
Dat ons heil ons niet ontglipt 
En dat elke onheilbrenger 
Ook meteen wordt weggewipt 
Laat ons wensen, dat de zegen 
Die vandaag bij 't heil behoort 
In de wens 'Veel heil en zegen!' 
Meer zal worden dan een woord 
 
Laat er in dit kleine landje 
Moed en overtuiging zijn 
Bij het voortaan scherper scheiden 
Van het wezen en de schijn 
Laat ons toch weer zuinig worden 
Op 's Lands Grote Huishoudkas 
Net of elke post een uitgaaf 
In ons eigen kasboek was 
 
Laat ons kracht en wijsheid wensen 
Aan het team, dat ons regeert 
Kracht om altijd woord te houden 
Ook al loopt er iets verkeerd 
Kracht om koppig stand te houden 
Naast en met een kameraad 
Als men hem, zoals op Ambon 
Naar het naakte leven staat 
 
Laat ons wensen, dat wij, mensen 
Eindelijk begrijpen gaan 
Dat wij slechts in eensgezindheid 
Samen kunnen voortbestaan 
Zonder haat en nijd en ruzie 
Zonder duffe schotjesgeest 
Die de ramp en de bezoeking 
Voor ons allen zijn geweest 
 
Laat ons wensen, dat wij sterk zijn 
Als oom Jozef ons weer dreigt 
En meteen ook elke angsthaas 
Kippevel en erger krijgt 
Laat ons toch vooral nooit bang zijn 
Voor chantage en geweld 
En niet steeds uitsluitend denken 
Aan ons baantje en ons geld 
 
Laten wij in onze armoe 
Onze zorgen en sjagrijn 
Nooit vergeten hoeveel stumpers 
Altijd nog veel armer zijn 
Die niet vrij meer in hun leven 
In hun doen en denken zijn 
Slaven met alleen een nummer 
Ergens achter dat Gordijn 
 
Laat ons wensen, dat de vrijheid 
In ons landje vrijheid blijft 
En geen man en geen partij ons 
Naar het Rode Volksfront drijft 
Dat wij vrije mensen blijven 
In ons koppig onverstand 
Zonder dwang te willen leven 
In ons eigen, vrije land