Je weet dat ik geen drinker ben
Maar vanavond lukt het wel
Over drinken wordt heel veel gezongen
Over dronken zijn en het verdriet
Maar nu ben ik heel erg dronken
Dus zingen lukt nu even niet

Ik wil niet zingen
Ik wil niet zingen
Ik wil niet zingen over drinken
Ik wil niet drinken over zingen
Ik wil niet zingen over zingen
En niet drinken over dranken

En ik dacht net nog: kom, nog ’n laatste
Maar dat zijn er al drie geleden
En ik geloof dat ik net ben gebeld
Maar ik kom niet op de naam van m’n vrouw
Die ze me ooit wel heeft verteld
Ik dacht dat het Maria was

Ik denk dat ik mijn fiets had staan
Want ik weet niet waar die nu staat
Ik zei, ik zei dat ik vroeg, vroeg thuis zou zijn
Maar dat maakt niet uit
Ik drink en altijd laat

Vroeg
Hoe je er buiten, Jack
Ga je bed opmaken

Ik wil niet zingen
Ik wil niet zingen
Ik wil niet zingen over drinken
Ik wil niet drinken over zingen
Ik wil niet zingen over zingen
En niet drinken over dranken
Oeverloos gelul

Hé, makker
 Drinken
Zo, er staat ook een piano hier

Nu zing ik geloof ik toch
Maar dat heeft niemand in de gaten
Want iedereen zingt mee
En als jij nu mezelf was
Zou jij het ook niet kunnen laten

Tuk tuk.
Ik ben ontzettend onder de indruk van m’n eigen regel.
Nou ja, ik snap het ook wel.
Als jij nu mezelf was zou jij het ook niet kunnen laten.
Ik begrijp, ik begrijp het punt. 
Maar, als ik nu jou was zou ik het niet kunnen laten.
O
Begrijp je?
Ja, nou snap ik ‘m. Ik heb ‘m. IK heb ‘m.
Ik niet. Ik niet.
 
Ik wil niet zingen
Ik wil niet zingen
Ik wil niet zingen over drinken
Ik wil niet drinken over zingen
Ik wil niet zingen over zingen
Ik wil niet zingen over dranken
Of je ’t weten wil
Drinken

Ik durf dat je
Ik wil niet zingen
Ober