Bram Vermeulen
Bram Vermeulen - de zee songtekst
Je score:
Geluid van de trein IJzer op ijzer Niet denken maar zijn Buiten ziet ie nu de zee. De trein rijdt nu langs de zee. En waarom niet? ‘t Is zijn trein. En het geluid van de zee verschilt niet wezenlijk van het ijzer op ijzer van een trein. ’t Is een grijze, grauwe, kouwe zee, een zee die bijna zonder overgang in de lucht overgaat voor eeuwig doorgaat. Een koude wind waait ’t zand. ’t Is nergens kouder koud dan op het strand. De zee Altijd als ik de zee zie De velden De handen van mijn vader En de zee Altijd als ik de zee zie Altijd als ik zee zie M’n vader De handen van m’n vader En z’n loop De loop van m’n vader En de zee Altijd als ik de zee zie Altijd als ik de zee zie Haar ogen De handen van mijn vader Z’n loop Haar ogen En de zee Altijd als ik de zee zie Altijd als ik de zee zie M’n vader De handen van m’n vader De stem van m’n moeder Haar ogen En de zee De zee en de wolken De grote, witte wolken Haar ogen Haar lichtbruine ogen De stem van m’n moeder De handen van m’n vader De grote, witte wolken En de zee Altijd als ik de zee zie Altijd als ik de zee zie De grote, witte wolken Haar donkerbruine ogen En mijn kinderen De blonde haren van m’n kinderen En de zee De zee en de wolken En de wind De wind De grote, witte wolken De handen van m’n vader De stem van m’n moeder En de wind En de zee Altijd als ik de zee zie Altijd als ik de zee zie De grote, witte wolken De wind M’n vader M’n moeder Haar ogen M’n kinderen En de zee Altijd als ik de zee zie Altijd als ik de zee zie Geluid van de trein IJzer op ijzer Net als de zee Laat gaan Laat gaan Niks denken Alleen bestaan O. niks denken, niks moeten, niks willen, niks bewegen, niks doen Laat gaan O. niks denken, niks moeten, niks willen, niks bewegen, niks doen Laat gaan Laat gaan Beneden ziet ie een stad liggen. Grote, oranje verlichte vierkanten. Dit is absoluut Amerika. En dan ziet ie onderin het raam de lichten van een landingsbaan en er wordt een grote duikvlucht ingezet en alles in volstrekte stilte. En dat klopt niet. Ze staan stil. Hij kijkt door het raam en ziet groot ‘Rotterdam’ staan. Hij is Den Haag voorbijgereden. Hij heeft Delft niet eens gemerkt. En hij valt uit de trein. De treinrails… Rustig, rustig, rustig. Er gaat ieder half uur een trein terug naar Den Haag. Z’n moeder zal het niet eens merken. Z’n moeder zit voor altijd te wachten.