Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot - Hoogtevrees songtekst
Je score:
Niemand te zien, de straat lag verlaten. Ik liep er alleen en speelde gitaar. Misschien klinkt het vreemd: ik moest componeren en buiten was niemand, daarom deed ik het daar. Maar juist door de stilte kon iedereen het horen. Ze gingen me voor, ik was niet meer alleen. Ze waren heel aardig, zelfs wat onderdanig, en liepen te luisteren. Wat prachtig, zei er een. Ik werd vergeleken met de groten der aarde. Ze zeiden ook dat het op Paul Simon leek. Eerst was ik verrast, toen begon het te hinderen. Maar niemand nam aanstoot hoe kwaad ik ook keek. Toen zag ik de trap, een wenteltrap naar boven. En ik dacht: die neem ik, ik moet naar de top. En terwijl ik maar doorging met componeren, gevolgd door het groepje besteeg ik de trap. En iedereen zuchtte: wat is het toch schitterend. Op ieder trede speelt hij een nieuw akkoord. En hoe goed bedoeld ook ik wilde alleen zijn maar werd afgeleid bij ieder woord. Ik ging sneller lopen terwijl ik bleef spelen, maar ze bleven me volgen, een krankzinnige race. Ik keek naar beneden en dacht: ik moet stoppen. Straks val ik te pletter. Ik had hoogtevrees. Zo gingen we verder, het publiek en de zanger. Betrapt bij het schrijven van nieuw repertoire, de trap ging steeds hoger en had vele bochten, maar niemand werd moe en ik liet ze maar. En boven gekomen zag ik tafels en stoelen, wit en heel sierlijk op een heel groot terras. En over de rand ver in de diepte zag ik bossen en velden waar de stad eerst nog was. Genietend van de zon zaten deftig mensen als op een receptie voor de koningin. Maar niemand zei iets, men glimlachte vriendelijk en roerde bezadigd in tonic en gin. Mijn moeder zei: o is het niet fantastisch. Zoveel akkoorden in een enkel lied. Ik kreeg het er warm van en dacht: ook dat nog. Toen zei ik: hé luister, zo gaat het niet. Als jullie hier blijven ga ik naar beneden. Het klonk wat onaardig maar heel zelfbewust Ik ga door met schrijven maar dan in mijn eentje, dus ik ga naar beneden, want daar heb ik rust. Ze knikten begrijpend, maar tot mijn wanhoop stond iedereen op en liep naar de trap. Ik besloot toen te blijven en alleen gelaten, kwam de rust weer terug, viel de hoogtevrees van me af.